dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

BR 13.16


De spoorwegen in Württemberg hadden door de terugkeer naar de 1B locomotief de aansluiting bij de ontwikkelingen van stoomlocomotieven, ingezet door andere spoorwegen, verloren. Als aan het einde van de 19e eeuw de gewichten van de reizigerstreinen steeds maar stijgen is de Württembergse spoorwegen gedwongen om sterkere locomotieven aan te schaffen. In 1899 ontstond een 2’B n2v sneltreinlocomotief, deze werd gebouwd door de Machinefabriek Esslingen. De locomotief aangeduid met AD had 1800 mm drijfwielen en een Heusinger mechaniek. Een tweede leverserie kwam van 1903 t/m 1907. Karakteristiek voor de AD was de verbinding tussen de beide stoomdoms. Opmerkelijk was ook dat de locs geen centrale zandkast hadden, daarentegen hadden de locs links en rechts zandkasten die de wielen van voren bezanden.

De DRG nam 24 locomotieven over van deze serie die tussen 1903 en 1907 gebouwd was. Deze locs kregen de aanduiding BR 13.16 met de nummers: 13 1601 t/m 13 1624.

Drijfwerk: 2'B n2v
Indienststelling: 1899-1907
Diameter drijfwielen: 180 cm
Diameter loopwielen (voor/achter): 85 cm/-
Lengte over de buffers
(met tender wü. 2T10):
11,54 m
Maximumsnelheid: 100 km/h
Vermogen: 800 pk/hp
Keteldruk: 12 bar
Gewicht: 50,2 t