dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

Tijdperk III

Inleiding
Een nieuw begin
De eerste treinen gaan weer rijden
Het eerste netwerk van langeafstandstreinen
De opbouw gaat verder, meer treinen, meer comfort, meer regelmaat
Het vooroorlogse materieel werd opnieuw ingezet
De opbouw van het internationale netwerk
Het Blauwe net van snelle treinen
De moderne tijd, opkomst van elektrische locomotieven
De moderne diesellocomotief in opkomst
Een nieuw rijtuigtype
De derde klas verdwijnt
De laatste nieuwe stoomlocomotief
Een nieuw prestieus netwerk, de Trans Europ Express
Vanaf 1962 weer exclusief, de Rheingold
Een nieuw paradepaardje, de elektrische locomotief E 03

Inleiding

Tijdperk III kenmerkt zich door de wederopbouw van de spoorwegen na de tweede wereldoorlog. De inzet van talrijke vooroorlogse locomotief en rijtuig typen. Maar ook de nieuwbouw van de laatste nieuwe stoomlocomotieven, nieuwe generaties diesellocomotieven en nieuwe innovatieve elektrische locomotieven. De eerste hoofdlijnen die worden geëlektrificeerd, en de nieuwbouw van een nieuwe generatie sneltreinrijtuigen in de lengte van 26,40 m die we thans nog steeds in en buiten Duitsland zien rijden.

In tijdperk III vindt ook de terugkeer van een aantal beroemde trein plaats. Zoals de Rheingold, eerst nog met vooroorlogs materieel maar vanaf 1962 weer exclusief met speciale rijtuigen. Ook in het nieuwe F-treinen netwerk waarmee de nieuwe DB goede verbindingen bied voor zakenreizigers rijden een aantal beroemde treinen zoals de Henseat, Rheinblitz en Blauer Enzian die met de oude Henschel Wegmann Zug wordt gereden. En natuurlijk start in 1957 het beroemde Europese TEE netwerk voor kwaliteits treinen.

Op 8 mei 1945 eindigde officieel de tweede wereldoorlog. De spoorweg installaties en het rollende materieel van de eens zo trotse Duitse spoorwegen was vergaand verwoest. In het bijzonder de grote passagiers en goederen stations toonden een beeld van grote verwoesting. In de laatste oorlogsjaren waren de spoorwegen steeds het doel geweest van geallieerde bombardementen. Ook de onderhouds en revisie werkplaatsen waren sterk beschadigd, zodat de wederoprichting van de spoorwegen een hoge prioriteit had in de na oorlogse jaren. De weinige nog rijdende locomotieven, rijtuigen en wagens werden door de geallieerde strijdkrachten in beslag genomen.

Enkele weken na de beëindiging van de oorlog werden er op een aantal plaatsen zogenaamde eiland diensten opgezet. Enkele treinen die op korte trajecten diensten reden, die (uiteraard) niet op elkaar aansloten en zeer onregelmatig reden. De geallieerde strijdkrachten erkende snel dat de spoorwegen een belangrijke factor is in het transport van troepen. De spoorwegen worden dan al snel door de militaire regering gecontroleerd en geleid, maar wordt dan al snel teruggegeven aan Duitsland zelf, dit feit vond plaats op 7 september 1949. Omdat de herbouw van rollend materieel ondenkbaar was in die tijd, lag de aandacht op het herstel van bestaand materieel. Elke nog repareerbare locomotief wordt weer ingezet. Bij enkele locomotieven kon men van deels nieuwbouw spreken. Ook het rijtuig en goederen wagen park wordt weer gerepareerd in hoeverre dat nog mogelijk was en ingezet.

Toch werd er al in 1950 met de nieuwbouw van stoomlocomotieven begonnen. Het ging om locomotieven voor het personen verkeer op zijlijnen en voor rangeer diensten. Hiervoor werden de locomotieven BR 23 en BR 82 gebouwd en in dienst genomen. Voor het langeafstands treinverkeer werd in 1957 de stoomlocomotief BR 10 gebouwd, maar deze locomotief wordt maar in twee exemplaren gebouwd. In 1959 werd met de BR 23 105 de laatste stoomlocomotief aan de DB afgeleverd. De stoomlocomotief had geen toekomst meer bij de DB.

Voor de inzet op niet geëlektrificeerde hoofdlijnen werden in 1953 de V 200 afgeleverd. Deze loc had twee dieselmotoren met elk 1100 pk. Eind jaren 50 werd voor de zijlijnen diensten de V 100 in grote aantalen gebouwd (thans 211/212/213). Deze locomotieven vervingen in grote getalen de BR 38 en BR 50 stoomlocomotieven.

Voor het personenverkeer op zijlijnen werd vanaf 1952 de beroemde Uerdinger railbussen BR 795/798 aangeschaft. Deze railbussen hebben heel wat onrendabele zijlijnen van de ondergang gered.