| |
BR 02
 | | BR 02 stoomlocomotief van de DRG |
Zoals ook al beschreven staat in het stuk over de BR 01 werd de BR 02 gelijktijdig gebouwd met de prototypes van de serie BR 01. De serie BR 02 was eigenlijk ook een prototype voor de uiteindelijke BR 01. Er moest alleen gekozen worden voor de serieproductie tussen de BR 01 en de BR 02, en men koos uiteindelijk voor de BR 01.
De BR 02 was voor het grootste deel wat betreft de constructie gelijk aan de BR 01, alleen was de BR 02 een viercilinder locomotief en de BR 01 een tweecilinder locomotief. Door de ongunstig geconstrueerde stoomkanalen werd uiteindelijk gekozen voor de BR 01. Hierdoor bleef het bij de door Henschel gebouwde locomotieven 02 001 t/m 008 en de door Maffei gebouwde 02 009 en 010. De 10 locs werden ingezet vanuit het Bw Hof op de trajecten: Regensburg-Hof-Leipzig, München-Berlin en Hof-Dresden-Breslau.
Tussen 1937 en 1942 zijn alle machines in Raw Meiningen omgebouwd naar tweecilinder locomotieven van de serie BR 01. Deze locs kregen de nummers: 01 011 en 01 233 t/m 01 241.
| Drijfwerk: |
2'C1'h4v |
| Indienststelling: |
1925 |
| Diameter drijfwielen: |
200 cm |
| Diameter loopwielen (voor/achter): |
850 mm/1250 mm |
Lengte over de buffers
(met tender 2'2'T32): |
23,75 meter |
| Maximumsnelheid: |
130 km/h |
| Vermogen: |
2300 pk/hp |
| Keteldruk: |
16 bar |
| Cilinder diameter: |
65 cm, vanaf de derde serie 60 cm |
| Gewicht: |
113,5 t |
| Das große typenbuch Deutscher Lokomotiven |
| Manfred Weisbrod, Dieter Bäzold, Horst J. Obermayer |
| Transpress, Berlin, 1992 |
| |
|
