dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

BR 17.11-12


In 1913 werkte Georg Heise bij Henschel in opdracht van het "Eisenbahn Zentralamtes" om de constructie van de S10.1 te veranderen, het gewicht moest worden verlaagd, zodat er een watervoorverwarmer in kon worden gebouwd. Bij de S10.1 (serie van 1914) lagen de binnenste en de buitenste cilinders vlak, d.w.z. de buitenste cilinder zat niet meer aan het draaisteleinde vast, maar tussen de draaistellen assen.

Van het type uit 1914 werden 102 exemplaren gebouwd. Deze locomotieven werden ingezet in alle zware sneltreindiensten op de hoofdlijnen. De loc kon een trein van 450 t met 100 km/u voortbewegen, bij proefritten werd zelfs met 152 km/u gereden.

Inzet bij de DRG

Bij de DRG werd met de komst van de BR 01 het inzetgebied van de S10.1 verplaatst naar Noord-Duitsland. Na de introductie van de BR 03 werd de locomotief ingezet voor minder hoogwaardige personentreinen. In de dertiger jaren moesten de locomotieven op nieuw van een ketel worden voorzien, de locs bleven behouden omdat er nog niet genoeg eenheidslocomotieven waren. De laatste machines werden in 1964 buiten dienst gesteld. De 17 1055 (ex OSTEN 1135) bleef behouden en staat thans in het verkeersmuseum in Dresden.

Drijfwerk: 2'C h4v
Indienststelling: 1911-1916
Diameter drijfwielen: 198 cm
Diameter loopwielen (voor/achter): 100 cm/-
Lengte over de buffers
(met tender sä. 3T12):
21,110m
Maximumsnelheid: 120 km/h
Vermogen: 1440 pk/hp
Keteldruk: 15 bar
Gewicht: 82,2 t