Mitropa slaaprijtuigen

WL4ü-21
WL4ü-23
WL4ü-23a
WL4ü-24
WL4ü-26
WL4ü-28
WL4ü-37
WL4ü-39
WL4ü-41a
WL4ü-41

WL4ü-21

Om ook het reizen over langeafstanden voor de minder bedeelden te vergemakkelijken liet het Reichsverkehrsministerium een ligrijtuig derde klas bouwen bij Linke-Hofmann-Werke in Breslau. Deze rijtuigen werden voor het eerst gebruikt op de verbinding Berlijn-Frankfurt/M-Keulen. Doordat het rijtuig iets breder was dan een standaard D-trein rijtuig kon de lengte over de buffers worden verlengd. Na verschillende ontwerpen van de binneninrichting uitgeprobeerd te hebben, zoals de bedden in langs en in breedte richting te plaatsen werd uiteindelijk gekozen voor 12 halfcoupés van 1220 mm lang. Het rijtuig bezat verder een conducteurscoupé van 700 mm lengte, 2 wasruimtes, 2 instapruimtes en een zijgang langs de coupés. De constructie van de rijtuigen was nagenoeg gelijk aan de rijtuigen Bauart 1921, en de Hechtrijtuigen. De rijtuigen waren voorzien van draaistellen van het Amerikaanse type. Er zijn in totaal 23 rijtuigen van dit 43,0 ton wegende rijtuig gebouwd tussen 1921 en 1924.

De rijtuigen hadden een lengte van 21.410 mm over de buffers en een breedte van 2870 mm. De reminstallatie was van het type Kksbr. Het rijtuig 02 005 heeft tentoongesteld gestaan in 1924 op de "Eisenbahntechnischen Austellung" in Seddin.

De rijtuigen waren voorzien van overdekte rijtuig overgangen. De coupés hadden geen onderlinge verbindingsdeuren. In elke coupé waren drie slaapplaatsen van elk 620 mm breed, de slaapplaatsen hadden losse matrassen met kussens, verder waren de coupés voorzien van een klaptafel en drie kledinghaken.

Deze rijtuigen werden vanaf 1 juni 1926 door Mitropa geleast van de DRG.