dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

Bauart 1954

Inleiding
A4ümg-54/A4üm-54/Aüm 202
BC4ümg-55/AB4üm-55/ABüm 223
C4ümg-54/B4ümg-54/Büm 232
CL4ümg(K)-53/BC4ümg(K)-53/Bcüm 251
CL4ümg-54/BC4ümg-54/Bcüm 241
BPw4üm-58/BD4üm-58/BDüms 271
BPw4ümg-59/BD4üm-59/BDüms 272

Inleiding


De eerste serie rijtuigen van het type "m" waren de rijtuigen Bauart 1954. Deze rijtuigen werden gekenmerkt doordat een deel van de rijtuigen een dak had met klinknagels. De rijtuig wanden werden in de eerste produktie jaren ook met behulp van klinknagels aan het onderstel bevestigd. Later zijn de meeste van deze verbindingen, die werden aangetast door korrosie, opnieuw gelast zodat deze langer meegingen. De rijtuigen Bauart 1954 werden gebouwd uit staal St 37, de hoofdlangsdragers waren van staal St 52. De onderstellen, zijwanden en daken werden afzonderlijk voorgevormd en werden tot een rijtuig samengevoegd. De drie hoofdelen werden hierbij grotendeels gelast.

De isolatie van de rijtuigen kwam tot stand met behulp van Silanmatten, in het dak zat isolatie materiaal van kurk of asbest verwerkt.

De wanden van de rijtuigen bestonden in de 2de klas uit Novopanplaten en in de 1ste klas uit hout van Afrikaanse perenbomen. De verwarming werkte met behulp van warm water, dit water werd verwarmd door middel van een warmte wisselaar die werkte of met stoom uit de stoomleiding die door de locomotief werd gevoed, of via de centrale elektrische treinleiding.

De verlichting in de rijtuigen Bauart 1954 geschiedde door middel van een accu in elk rijtuig. Deze werd door een generator opgeladen tijdens het rijden. Bij de eerste serie rijtuigen hing deze generator aan het onderstel onder het rijtuig en werd aangedreven door middel van een cardan as. Bij de latere series is de generator dichterbij de as geplaatst zodat deze niet meer zichtbaar was. De eerste series zijn later ook van deze nieuwere generatoren voorzien.

De rijtuigen Bauart 1954 hadden vensters met een breedte van 1000 mm, de rijtuigen Bauart 1962 hadden vensters met een breedte van 1200 mm. Hierin zijn dus de beide Bauarten van elkaar te onderscheiden.

De rijtuigen werden voorzien van zogenaamde "Gummiwulstübergange" als rijtuigovergangen. De rijtuig overgangen werden afgesloten voor tocht door middel van vierdelige vouwdeuren.

De m-rijtuigen Bauart 1954 ontwikkelde zich in internationale zin tot een maatgevend concept. De rijtuigen waren een goed compromis tussen comfort en lage kosten.

A4ümg-54/A4üm-54/Aüm 202


Nog net in 1953 bestelde de DB 20 rijtuigen A4ümg-54 in een staalblauwe kleur voor het F-trein netwerk. Vanaf 1955 volgde nog meer rijtuigen van dit type, in totaal werden er 199 rijtuigen A4ümg-54 gebouwd. Na 1956 werden de rijtuigen aangeduid als A4üm-54 en na 1966 als Aüm 202.

65 rijtuigen van dit type werden afgeleverd in de blauwe kleur voor het F-trein netwerk. De overige 134 rijtuigen werden in de kleur groen geschilderd. De rijtuigen boden aan 60 reizigers een zitplaats.

Aanduiding: A4ümg-54 tot '56
A4üm-54 '56-'66
Aüm 202 vanaf '66
Aantal gebouwd: 199
Bouwjaar: 1953/55
Gewicht: 37,5 t
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: MD 33 (Minden Deutz)
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h

BC4ümg-55/AB4üm-55/ABüm 223


Vanaf 1955 werden er ook gecombineerde 2de/3de klas rijtuigen gebouwd. In totaal zijn er van dit type 357 rijtuigen gebouwd. De rijtuigen werden na 1956 bij het afschaffen van de derde klas omgebouwd tot gecombineerd 1ste/2de klas rijtuigen. De rijtuigen werden afgeleverd in een groene kleur.

Aanduiding: BC4ümg-55 tot '56
AB4üm-55 '56-'66
ABüm 223 vanaf '66
Aantal gebouwd: 357
Bouwjaar: vanaf 1955
Gewicht: 37 t
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: MD 33 (Minden Deutz)
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h

C4ümg-54/B4ümg-54/Büm 232


Bij de eerste bestelling werden ook rijtuigen derde klas besteld. Deze rijtuigen werden vanaf 1955 afgeleverd. In totaal werden er 1225 exemplaren van gebouwd. Na 1956 werden de rijtuigen omgebouwd tot 2de klas rijtuigen en kregen de aanduiding B4ümg-54, na 1966 werden de aanduiding gewijzigd in Büm 232. Niet alle rijtuigen zijn dus oorspronkelijk gebouwd als derde klas rijtuig. De rijtuigen die na 1956 werden gebouwd waren natuurlijk tweede klas rijtuigen. De rijtuigen kregen een groene kleur en boden aan 72 reizigers een zitplaats. Naast deze 72 zitplaatsen waren er nog 20 klapstoeltjes aanwezig in deze rijtuigen.

Aanduiding: C4ümg-54 tot '56
B4ümg-54 '56-'66
Büm 232 vanaf '66
Aantal gebouwd: 1225
Bouwjaar: vanaf 1955
Gewicht: 37 t
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: MD 33 (Minden Deutz)
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h

CL4ümg(K)-53/BC4ümg(K)-53/Bcüm 251


In de jaren vijftig werden de eerste vakantietreinen ingezet naar vakantieoorden. In deze treinen liepen in eerste instantie tot ligrijtuigen omgebouwden voor oorlogse sneltreinrijtuigen mee. De nieuw opgerichte TOUROPA besloot begin jaren vijftig om 88 ligrijtuigen te bestellen van het type "m". Deze werden gebouwd tussen 1953 en 1955.

De rijtuigen werden gebouwd door Rathgeber, WMD, Credé en Wegmann. De ligrijtuigen werden in een blauwe kleur geschilderd. De langsdragers en schorten waren grijs van kleur. De constructie kwam grotendeels overeen met de m-rijtuigen. Alleen waren de ligrijtuigen voorzien van KE remmen en waren ze toegelaten voor 140 km/u. Voor het eerst werden rijtuigen voorzien van een luidsprekerinstallatie. De rijtuigen waren voorzien van 12 coupés met elk 6 zit/ligplaatsen. Bagage vond een plaats in de zijgang. De rijtuigen waren tevens voorzien van twee toiletten en drie wasgelegenheden. Naast de wasruimte bevond zich een kleine opslagruimte voor bagage.

22 rijtuigen waren voorzien van een keuken en 11 rijtuigen van een kapperscoupé. Later werden deze speciale coupés omgebouwd in gewone zit/lig coupés. Veel rijtuigen waren uitgerust met een oliegestookte stand verwarming. Voor de voeding van de gloeilamp verlichting werden twee asgeneratoren ingezet. Een aantal rijtuigen was zelfs uitgerust met een derde asgenerator.

Aanduiding: CL4umg(K)-53 tot '56
BC4umg(K)-53 '56-'66
Bcum 251 vanaf '66
Aantal gebouwd: 88
Bouwjaar: 1953/55
Gewicht: 39 t
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: -
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h

CL4ümg-54/BC4ümg-54/Bcüm 241


Vanaf 1954 bestelde de DB zelf ook 260 ligrijtuigen om in reguliere treinen slaapfaciliteiten te kunnen aanbieden. Deze kregen een groene kleur en waren voorzien van kleine zijschorten. Ook de luidsprekerinstallatie werd niet in alle rijtuigen ingebouwd.

Een deel van de rijtuigen werd in Kiel gebouwd. De rijtuigen waren voorzien van 12 coupés. Elke coupé was uitgerust met zes lig/zitplaatsen. Voor elke coupé was een klapstoeltjes aangebracht zodat het totaal aantal zitplaatsen per rijtuigen kwam op 72 reguliere zitplaatsen en 12 zitplaatsen op extra klapstoeltjes.

Ligrijtuig nummer 17694 in Kiel, opschrift op het rijtuig luidt: Reisebüro-Liegewagen-Zug | Copyright: Gunnar Meisner
Ligrijtuig nummer 17694 in Kiel, opschrift op het rijtuig luidt: Reisebüro-Liegewagen-Zug | Copyright: Gunnar Meisner

Aanduiding: CL4ümg-54 tot '56
BC4ümg-54 '56-'66
Bcüms 241 vanaf '66
Aantal gebouwd: 260
Bouwjaar: vanaf 1954
Gewicht: 39 t
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: -
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h

BPw4üm-58/BD4üm-58/BDüms 271


Toen de DB in de vraag naar zitrijtuigen had voldaan, werden in 1958 de eerste rijtuigen met een bagageafdeling besteld. De bagage afdelingen werden in rijtuigen tot 1962 aangeduid met Pw maar na 1962 werden bagageafdelingen aangeduid met de letter "D".

De rijtuigen BPw4üm-58 waren afgeleid van de rijtuigen C4ümg-54. De ene helft van het rijtuig had een 2de klas afdeling en de andere helft was een bagageafdeling. Het laadgewicht van de rijtuigen was 10,5 ton en de bagageafdeling had een oppervlakte van 27,9 m2. De bagageafdeling was voorzien van een vierdelige vouwdeur die 1800 mm breed was. De eerste drie gebouwde rijtuigen hadden ook een douane coupé voor de inzet in internationale treinen. De oppervlakte van de laadruimte was daardoor maar 16,4 m2. In totaal zijn er in 1958 20 rijtuigen van dit type gebouwd.

Aanduiding: BPw4üm-58 tot '56
BD4üm-58 '56-'66
BDüms 271 vanaf '66
Aantal gebouwd: 20
Bouwjaar: 1958
Gewicht: -
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: MD 33 (Minden Deutz)
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h

BPw4ümg-59/BD4üm-59/BDüms 272


Tussen 1959 en 1961 werd een vervolgserie van gecombineerde 2de klas/bagage rijtuigen gebouwd. In deze series werden 118 rijtuigen van het type BPw4ümg-59 gebouwd. Deze rijtuigen hadden een bredere laaddeur dan de rijtuigen BPw4üm-58, namelijk 2000 mm. De rijtuigen waren voorzien van verschuifbare wanden hetgeen de flexibiliteit van de rijtuigen vergroten. De zijgang had een breedte van 635 mm.

Nummering: BPw4ümg-59 tot '56
BD4üm-59 '56-'66
BDüms 272 vanaf '66
Aantal gebouwd: 118
Bouwjaar: 1959/61
Gewicht: 36 t
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: MD 33 (Minden Deutz)
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h