dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

Prototypen rijtuigen

Inleiding
AB4üm-52/A4üm-52/61/Aüm 201
ABC4üm-52/AB4üm-52/61/ABüm 221/222
C4üm-52/B4üm-52/61/Büm 231

Inleiding


De eerste drie voorserie rijtuigen werden in 1953 geleverd aan de DB, dit waren een rijtuig type AB4üm-52 en twee rijtuigen type ABC4üm-52. Deze werden vanaf 1954 gevolgd door 10 andere rijtuigen, twee van type AB4üm-52 met zijschorten, een rijtuig ABC4üm-52 en zeven rijtuigen van het type C4üm52. De ABC4üm-52 werd later voorzien van zijschorten. De rijtuigen werden uitgerust met nieuw ontwikkelde draaistellen van het type Minden-Deutz (MD33).

De prototypen rijtuigen waren in eerste instantie voorzien van de oude type rijtuigovergangen. Pas vanaf 1961 zijn alle 16 prototypen rijtuigen voorzien van de nieuwe type rijtuigovergangen met rubberen balgen zoals die ook werden gebruikt bij de serie leveringen van de rijtuigen.

In totaal zijn er voor de rijtuigen van het type "m" de onderstaande 16 prototypen gebouwd.

AB4üm-52/A4üm-52/61/Aüm 201


Dit rijtuig werd samen met 2 rijtuigen ABC4üm-52 gebouwd als de eerste 3 prototype rijtuigen in 1953 voor de nieuwe generatie sneltreinrijtuigen. In 1954 werden 2 extra rijtuigen gebouwd die voorzien waren van zijschorten.

In totaal zijn er dus drie rijtuigen AB4üm-52 gebouwd in 1953 en 1954. De rijtuigen werden in 1956 volledig eerste klas en werden toen aangeduid als A4üm-52, toen in 1961 de rijtuigovergangen werden vervangen voor moderne rubberen balgen werd de aanduiding A4üm-52/61. In 1966 kregen de rijtuigen de aanduiding Aüm 201 in het kader van de nieuwe UIC rijtuignummering.

Nummering: AB4üm-52 tot '56
A4üm-52/61 '56-'66
Aüm 201 vanaf '66
Aantal gebouwd: 3
Bouwjaar: 1953/54
Gewicht: -
Asstand: 2500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: MD 33 (Minden Deutz)
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h

ABC4üm-52/AB4üm-52/61/ABüm 221/222


De eerste 2 prototypen rijtuigen ABC4üm-52 werden samen met 1 rijtuigen AB4üm-52 gebouwd als de eerste 3 prototypen rijtuigen in 1953. De rijtuigen ABC4üm-52 werden later na 1966 aangeduid als ABüm 221. In 1954 werd nog een prototype van dit type geleverd, dit rijtuig werd na 1966 aangeduid als ABüm 222. In totaal zijn er 3 rijtuigen van dit type gebouwd.

Het rijtuig gebouwd in 1954 werd uitgevoerd door Rathgeber met zijschorten in hoogprofiel bouwwijze zoals de treinstellen VT 08 of VT 12.

Bij wijze van proef werd een rijtuig uit 1953 geleverd met een verwarmingssysteem dat werkte met behulp van lucht als energiedrager.

Deze rijtuigen waren in eerste instantie voorzien van de oude type rijtuigovergangen. Pas vanaf 1961 zijn alle 13 prototypen voorzien van de nieuwe type rijtuigovergangen met rubberen balgen zoals ook gebruikt bij de serie leveringen.

Nummering: ABC4üm-52 tot '56
AB4üm-52/61 '56-'66
ABüm 221/ABüm 222 vanaf '66
Aantal gebouwd: 3
Bouwjaar: 1953/54
Gewicht: -
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: MD 33 (Minden Deutz)
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h

C4üm-52/B4üm-52/61/Büm 231


In 1954 werden 10 rijtuigen van dit type gebouwd als prototypen voor de rijtuigen type "m". Bij wijze van proef werden vijf rijtuigen C4üm-52 geleverd met een verwarmingssysteem dat werkte met behulp van lucht als energiedrager.

In totaal zijn er dus 10 rijtuigen C4üm-52 gebouwd in 1954. De rijtuigen werden in 1956 volledig tweede klas en werden toen aangeduid als B4üm-52, toen in 1961 de rijtuigovergangen werden vervangen voor moderne rubberen balgen werd de aanduiding B4üm-52/61. In 1966 kregen de rijtuigen de aanduiding Büm 231 in het kader van de nieuwe UIC rijtuignummering.

Nummering: C4üm-52 tot '56
B4üm-52/61 '56-'66
Büm 231 vanaf '66
Aantal gebouwd: 10
Bouwjaar: 1954/55
Gewicht: -
Asstand: 2.500 mm
Lengte: 26,4 m
Afstand tussen draaistel punten: 19 m
Breedte: 2,825 m
Hoogte: 4,05 m
Draaistellen: MD 33 (Minden Deutz)
Maximum toegelaten snelheid: 140 km/h