Slaaprijtuigen

WLABC4üm-54/WLAB4ümg-54/WLABüm 173
WLAB4ümg-59/WLABm 174
WLABümh-67/WLABmh 175
WLABsm 166

WLABC4üm-54/WLAB4ümg-54/WLABüm 173

In 1954 werden voor het eerst nieuwe na-oorlogse slaaprijtuigen gebouwd. De rijtuigen WLABC4üm-54 waren bedoeld als prototypen rijtuigen en werden in een serie van 10 exemplaren gebouwd. Deze rijtuigen waren in eerste instantie uitgerust met de oude type rijtuigovergangen maar werden later omgebouwd met de moderne rubberen rijtuigovergangen. De aanduiding werd toen gewijzigd in WLABC4ümg-54. Na 1966 werd de aanduiding gewijzigd in WLABüm-173. In 1984 zijn alle 10 rijtuigen verkocht aan HUPAC.

WLAB4ümg-59/WLABm 174

Tussen 1959 en 1969 liet de DSG (Deutsche Schlafwagen Gesellschaft) 77 slaaprijtuigen type WLAB4ümg-59 bouwen, vanaf 1966 aangeduid als WLABm 174. Deze slaaprijtuigen, ook wel aangeduid als type "Universal" beschikten over 33 slaapplaatsen. De rijtuigen waren gebouwd van staal St 37 en werden gebouwd door Hansa. De eerste 40 rijtuigen liepen op draaistellen van het type München-Kassel en de overige 37 rijtuigen liepen op draaistellen van het type MD 33.

Om ook in de coupés met drie bedden een goede hoofdruimte te kunnen bieden waren de daken van de rijtuigen hoger dan de zitrijtuigen, namelijk 4250 mm. Elk rijtuig telde 11 coupés van elk 1700 mm breed met elk 3 zitplaatsen. Elke coupé had aan de raamkant een wastafel en elke twee coupés hadden een wegklapbare zijwand waardoor er een grotere coupé ontstond. De twee bovenste bedden konden worden opgeklapt en het onderste bed kon worden omgeklapt zodat er drie zitplaatsen ontstonden.

Elk rijtuig was voorzien van een personeelscoupé. De rijtuigen waren voorzien van een klimaatbeheersingssysteem van het type Luwa-Jettair met standverwarming. Karakteristiek zijn de zes grote vensters aan de gangkant van elk rijtuig. In 1973 zijn alle rijtuigen overgenomen door de DB en ingebracht in de TEN (Trans Euro Nacht) pool.

Slaaprijtuigen type Universal, links type WLABm 174 en rechts WLABmh 175

WLABümh-67/WLABmh 175

De tweede serie slaaprijtuigen type "Universal" die werd besteld door de DSG omvatte 75 rijtuigen type WLABümh-67, vanaf 1966 aangeduid als WLABmh 175, die tussen 1968 en 1973 werden gebouwd. Deze rijtuigen werden gebouwd door O & K en hadden een maximum snelheid van 160 km/u. De rijtuigen van de tweede serie wijken op een aantal punten enigszins af van de eerste serie. Zo zijn de dak uiteinden steiler dan de eerste serie, en zijn de rijtuigen voorzien van schijfremmen en de toiletten zijn voorzien van een douche.

WLABsm 166

De slaaprijtuigen van het type WLABsm 166 werden aangeschaft via de financierings maatschappij Eurofima. In 1975 werd door de Zwitserse rijtuigfabriek "Schweizer Waggon- und Aufzügefabrik AG Schlieren-Zürich" 63 slaaprijtuigen type T2S gebouwd voor de DB, DSB, FS, NS, ÖBB en de SBB. Bouwtechnisch waren de rijtuigen afgeleid van Zwitserse zitrijtuigen uit de jaren zestig. 16 rijtuigen waren bestemd voor de DB.

De rijtuigen waren voorzien van draaistellen MD 36 en Oerlikon remmen. De rijtuigen kregen bij de DB de aanduiding WLABsm 166 waarbij de kleine "s" (Special) stond voor het feit dat er een éénpersoons slaapcoupé aanwezig was. De rijtuigen hadden 17 coupés met elk een lengte van 1223 mm. Via een verbindingsdeur tussen elke twee coupés konden twee coupés tot één coupé worden samengevoegd. Aan één rijtuig uiteinde bevonden zich geen toegangsdeuren, hier was een personeels coupé gesitueerd en twee toiletten.