dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

SVT 137 273 ff. Köln

Inleiding
Constructie
Inbedrijfsname
Inzet bij de Deutsche Reichsbahn (DDR)

Inleiding


Weliswaar had het concept van de DRG voor de opbouw van een sneltreinnet voor dieseltreinstellen zich bewezen, maar de attractiviteit voor de reizigers mocht niet afnemen door een aantal zwakke schakels. Vooral de salon afdelingen en de baruimtes met beperkende Mitropa verzorging werden bekritiseerd. Nieuw te leveren treinstellen moesten dus gesloten coupés hebben en een volwaardige verzorging met restauratieruimte bieden. De al bij het type "Leipzig" toegepaste driedelige eenheid, de dieselelektrische aandrijving en de snelheid van 160 km/u moest vanzelfsprekend behouden blijven. Door de genoemde veranderingen moest het tussenrijtuig verlengd worden zodat men afstapte van het gebruik van Jakobsdraaistellen. Dit maakten tevens het onderhoud een stuk gemakkelijker. Zo ontstond bij Linke-Hofmann-Busch in Breslau de SVT type "Köln". Tussen 1936 en 1938 stelden de DRG 14 treinstellen in dienst met de nummers SVT 137 273 t/m 278 en SVT 137 851 t/m 858.

Constructie


De eenheden ontstonden als lasconstructies in spantenbouwwijze. Om een zo laag mogelijke luchtweerstand te krijgen bij hogesnelheden werden de voorkanten afgerond. In vergelijking met de SVT van het type "Hamburg" en "Leipzig" werden de ramen in de cabine kleiner uitgevoerd. Daardoor kreeg de SVT "Köln" haar markante aangezicht. Tevens werd voor de vermindering van de luchtweerstand een doorgaande bodemschort gemonteerd. Voor de rijtuigovergangen waren vouwbalgen gemonteerd met daar omheen de buitenste vouwbalgen. En hierlangs waren aan de zijkanten nog windleibladen gemonteerd om zo een aaneengesloten geheel te krijgen. De voorkanten bezaten geen doorgangsmogelijkheid.

Het loopwerk werd gevormd door tweeassige draaistellen, die waren afgeleid van het type "Görlitz". De einddraaistellen waren loopdraaistellen met een asstand van 4000 mm. De assen waren schroef en blad geveerd. De machinedraaistellen hadden een dieselmotor en een generator. In elk loopdraaistel lag hiervoor een 12 cilinder V watergekoelde viertakt dieselmotor van het type GO 6 met versterkte krukas van de firma Maybach. De motoren waren voorzien van een turbolader en hadden een vermogen van 441 kW bij 1400 tpm. Twee SVT’s waren bij wijze van proef voorzien van de Maybach motoren van het type G 6 met 478 kW vermogen. Deze motoren hingen in een hulpraam wat weer in drie punten aan het draaistelraam hing. De brandstof voor de motoren werd vervoerd in drie tanken met een gezamenlijke inhoud van 2650 liter. Voor de energieoverdracht diende een hoofdgenerator van het type aG 311/28 van Siemens/Schuckert. Het vermogen van een generator bedroeg 400 kW bij 770 volt. De binnenste draaistellen van elke motorwagen waren de aangedreven draaistellen. Elk met twee AEG motoren van het type GBM 780, deze motoren waren gelijkstroommotoren. De aandrijfmotoren in elk draaistel konden in serie en parallel worden geschakeld, deze omschakelmogelijkheid werd vooral toegepast wanneer men begon met rijden en bij stijgingen.

Het vermogen van een aandrijfmotor bedroeg 180 kW bij een voeding van de generator van 750 V en 1700 tpm. Vanuit één SVT "Köln" konden maximaal drie aan elkaar gekoppelde SVT’s worden bediend. De SVT "köln" was het eerste treinstel van de DRG dat met contacten in de scharfenberg koppelingen van de firma Fabeg was uitgerust, daardoor konden ook verschillende types SVT gekoppeld rijden zoals een SVT Hamburg met een SVT Köln.

Voor het middenrijtuig waren draaistellen gebruikt van het type "Görlitz". De draaistelramen waren geheel gelast. De assen werden schroef en blad geveerd. Doordat er enkele problemen optraden met de trommelremmen bij de andere typen SVT’s en daar de schijfremmen de testfase nog niet voorbij waren, werd weer teruggegrepen op de oude "klotzremmen" oftewel de blokremmen. Er werd een Hildebrand-Knorr sneltreinrem type Hikss met stuurventiel Hikst gebruikt. Met het bestuurders remventiel ST 128 EM kon de rem naast elektrische ook pneumatische worden bediend. Voor een noodstop waren in elk draaistel magneetremmen gemonteerd met magneten DD 135 in de machinedraaistellen en DD 125 in de overige draaistellen.

De indeling van de trein volgde de trend van de sneltreinrijtuigen. Na de cabine en de machineruimte volgde in VTa de instapruimte, waarna er acht 2de klas coupés en een tweede instapruimte volgde. In het tussenrijtuig VMc waren ook twee instapruimtes en er was plaats voor negen 2de klas coupés. De VTb bezat ook een instapruimte, een restauratiegedeelte met 30 met leder beklede zitplaatsen, een bar en een keuken. Daarna kwam er een 4200 mm lange bagageruimte met een oppervlak van 10m2 en een machineruimte en cabine. De hele trein had gesloten coupés met een zijgang van 730 mm breed. De zitplaats indeling in de 2100 mm brede coupés was met een zitplaats breedte van 730 mm 0+3. Met 132 zitplaatsen in de tweede klas was de SVT "Köln", afgezien van de SVT "Berlin", de grootste SVT van de DRG.

Karakteristiek was de dekoratie in het interieur van de SVT "Köln". De houten tussenwanden in de coupés hadden motieven van Duitse landschappen en stadsaangezichten. De tweedelige deuren in de coupés belemmerden geenszins het gezicht door het grote glasoppervlak. Het geheel maakte een degelijke indruk en straalde een hoog reiscomfort uit. De verwarming van de trein geschieden door middel van een voor elke eenheid aparte olieverwarmde warmwaterketel. Het water werd door een elektrische pomp rond gepompt. De regeling van de oliebrander werd geregeld door een thermostaat die afhankelijk was van de watertemperatuur. De hogedrukverzorging geschiedde met twee Knorr-luchtverdichters type VV 48/75 G die voor een druk van 10 bar zorgden. Beide werkten parallel. Met deze hogedruk werden bijvoorbeeld zaken bediend zoals de remmen, en de toeters. Het elektrische boordnet werd gevoed met 110 volt gelijkspanning, afkomstig van de hulpgenerator. Bij motorstilstand nam een AFA-hulpbatterij type 4 Ky 285 h/43 met een capaciteit van 200 Ah de verzorging van het boordnet over. De verlichting gebeurde met gloeilampen. De SVT’s type "Köln" waren met Sifa en Indusi uitgerust.

De kleurstelling van de treinstellen wisselde in de loop der jaren en in de verschillende dienstverbanden. Bij de indienststelling waren de draaistellen in zwart en de schorten in aluminiumkleuren. Net boven de schorten was een zwarte band aangebracht die via een ivorenband overging in een band violet tot onder de ramen. Net onder ramen zat ook weer een zwarte band om over te gaan in een ivoren band langs de ramen. Hierboven zat ook weer een violette band net als de voorkant. Het dak en vensters waren met zwarte strepen gemarkeerd. Het dak was wederom in aluminiumkleur geverfd. De kleurstelling van het na de oorlog in de Tsjechoslowaakse dienst verkerende treinstel M 490 001 (SVT 137 852) laat zich op grond van de weinig voorhanden zijnde zwart-wit documentatie moeilijk beschrijven. Zeker kan wel worden gezegd dat de kleur rond de vensters ivoorwit was, onder de vensters zat een witte sierstrip, de rest van de zijwand tot de schorten had een donkere kleur, te oordelen naar de tijd waarin het treinstel reed bij de CSD zal dit vermoedelijk rood zijn geweest.

Inbedrijfsname


De SVT’s "Köln" waren na hun uitlevering ondergebracht in Raw Wittenberge in het Bw Berlin -Grunewald en Berlin Anhalter Bahnhof. Alleen één SVT behoorde als reserve toe aan het Bw Dortmund Bbf. Volgens plan werden er acht SVT’s "Köln" ingezet, één liep tot augustus 1939 bij het "Versuchsamt" Grunewald. Voor onderhoud en als reserve waren er vijf SVT’s voorhanden , waarvan er drie voor Raw ter beschikking stonden. Was het aantal Raw-treinen groter, dan moesten er ook SVT’s "Hamburg" worden ingezet. Twee SVT’s kwamen in mei 1939 onder het Bw Dortmund Bbf te vallen.

Met de inzet van de SVT "Köln" omvatte het SVT net van de DRG een grote van 13000 kilometer. De treinstellen bleken na een jaar goed te bevallen. Maar het was niet altijd zonnen schijn, zo sloegen de motoren soms over door indringend regenwater. Door de verandering van vetsmering ontstonden vervuilingen aan rijmotoren en draaistellen. En bij de "Klotzremmen" ontstond sterke vervuiling door remstof. Bij de draaistellen moesten de asschroefveren versterkt worden en de bladveren moesten door extra veren worden verstevigd. En zo waren er nog een aantal problemen met de treinstellen.

De SVT "Köln" reed op de lijnen Berlijn-Köln (FDt 15/16), Berlijn-Nürnberg-München/Stuttgart (FDt 551/552 en FDt 711/712) en Dortmund-Basel over Frankfurt/Main en Darmstadt (FDt49/50). Tussen Berlijn en Nürnberg reden de SVT’s in dubbeltractie. Maar lang hebben deze treinstellen niet kunnen rijden want na het uitbreken van de tweede wereldoorlog werden de treinstellen uit de dienst genomen, en moesten alleen nog maar rijden voor de Wehrmacht en de regering. Aan het einde van de oorlog waren de meeste SVT’s terzijde gezet. De oorlog gooide het bestand SVT "Köln" om, SVT 137 273, 137 278, 137 852 verbleven hevig beschadigd in de Russische bezettingszone en in de DDR. De SVT 137 852 ging naar de CSD in 1949 die als M 490 001 werd ingezet op de lijn Praag-Bratislava. De SVT 137 855 ging naar de voormalige Sovjet Unie en ging bij de SZD in dienst onder nummer DP-14. De SVT 137 274 stond in de Amerikaanse bezettingszone en werd als technische interessant object betiteld en werd verscheept naar Fort Eustis in Virginia. Negen treinstellen bevonden zich in de westelijke bezettingszones en later dus bij de DB.

Inzet bij de Deutsche Reichsbahn (DDR)


De Deutsche Reichsbahn in de voormalige DDR zette de SVT’s in met een kleurstelling die nauwelijks van de oorspronkelijke kleurstelling afweek. Begin jaren 70 toen alle nummers werden veranderd door de invoering van de computernummers werden alle nog in bedrijfszijnde SVT’s van een nieuwe kleurstelling voorzien. De schorten werden grijs, onder de vensters een wijnrode band met net boven de schorten een ivorenband, rond de vensters ivoorwit en het dak grijs. Na de oorlog verbleven dus de treinstellen SVT 137 273 en SVT 137 278 in de DDR. De DR zette de twee treinstellen vanuit Bw Berlin Anhalter Bahnhof in als FDt 66/65 tussen Berlijn en Hamburg. De van de CSD teruggekochte SVT 137 852 kwam na 1953 terug in het bestand van de DR. In de tussentijd waren alle SVT’s in het treinstellen Bw Berlin-Karlshorst gestationeerd. De van de DB gekochte SVT’s kregen hun oude bedrijfsnummer en hun oorspronkelijke kleurstelling weer terug. Deze treinstellen reden in het grensoverschrijdende verkeer op de lijnen: Berlijn-Warschau-Brest ("Berolina"), Berlijn-Praag-Wenen ("Vindobona"), Berlijn-Praag- Budapest ("Hungaria") en Berlijn-Rostoch-Warnemünde-Kopenhagen ("Neptun").

Deze bij de DR verblijvende treinstellen werden in 1963 gemoderniseerd en in 1965 met nieuwe dieselmotoren type 12 V 170 DR van CKD Praha uitgerust. Deze motoren hadden een vermogen van 470 kW. Het aanzuigen van de lucht voor de verbrandingsmotoren gebeurde via een aanzuiginstallatie op het dak, die ook gelijktijdig de uitlaatgassen liet ontsnappen, waaraan de gemoderniseerde SVT haar markante aangezicht aan had te danken.

De zitplaats indeling in het tussenrijtuig werd gewijzigd in 0+4, zodat de SVT over acht coupés 1ste klas met 48 zitplaatsen en over 9 coupés 2de klas met 72 zitplaatsen beschikte. Ook werd de restauratieruimte opnieuw ingericht, in de bagageruimte werden ruimtes ingericht voor Mitropa en voor het douanepersoneel. De oude olieverwarming werd vervangen door een type HETO 40 S. Nieuwe batterijen type 3 Gt 195 werden ingebouwd en de instrumenten werden alle voorzien van nieuwe energiebesparende UV verlichting. Verder verlangde de inzet van het treinstel op het verkeer naar Denemarken, waarbij de trein op de boot, moest enige aanpassingen. Met de indienststelling van de SVT type "Görlitz" (VT 18.16/175) werd de SVT "Köln" meer en meer uit het grensoverschrijdende verkeer teruggetrokken. Af en toe werden de treinstellen nog wel gebruikt bij uitvallende treinen. Bij de omnummering kregen de treinen de volgende nummers: SVT 137 273 werd 182 003-4/503-3/004-2, SVT 137 278 werd 182 005-9/505-8/006-7, SVT 137 853 werd 182 007-5/507-4/008-3, SVT 137 856 werd 182 009-1/509-0/010-9. Af en toe werd de SVT nog voor speciale ritten gebruikt. Zo werd er bijvoorbeeld op 6 oktober 1975 een rit gemaakt voor de Deutsche Modeleisenbahn-Verbandes naar Beeskow, waar 182 003-4/503-3/004-2 en 184 001-6 (VT "Ruhr") met een 173 002-7 elkaar troffen. Tussen 1972 en 1982 werden alle treinstellen terzijde gesteld, een deel van de treinstellen werd gebruikt als onderkomen of als kantoorwagens bij bouwactiviteiten. Zo stond de 182 009-1/509-0/510-9 in 1981 in Jüterbog. Midden 1992 werd het treinstel als bedrijfsvaardige museumtrein overgedragen aan het Bw Leipzig Hbf Süd.

Type nr: SVT 137 273-278, 851-858
vanaf 1947(DB) VT 06.1/06.5
vanaf 1970(DR) 182.0
Bauart: Köln
Betriebsgattung: B12KvT
Skizzenblattnummer: WRBPw12vTK-35
Indienststelling: 1938
Fabrikant: LHW
As opstelling: 2'Bo'+2'2'+Bo'2'
Spoorwijdte: 1435 mm
Lengte over de buffers: 70,205 mm
Gewicht: 160 t
Aandrijving: Dieselelektrisch

Dieselmotor:

Aantal: 2
Fabrikant: Maybach
Vermogen: 442 kW
(bij 1400 tpm)
Snelheid: 160 km/h
Zitplaatsen: 132 2de klas