dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

SVT 137 153 ff. Leipzig

Inleiding
Constructie
Inbedrijfsname
Inzet bij de Deutsche Reichsbahn (DDR)

Inleiding


Met het begin van de inzet van de diesel sneltreintreinstellen op 15 mei 1933 leidde de DRG een nieuwe periode in, in het railvervoer, en niet alleen in Duitsland. Uit de enige SVT de SVT 877 a/b met de bijnaam "Fliegender Hamburger" volgde als snel afgeleide varianten zoals de tweedelige SVT van het type Hamburg waarvan in totaal tussen 1935 en 1936 zo’n 13 exemplaren zijn gebouwd. De inzet was vooral op de trajecten vanuit Berlijn naar Hamburg, Frankfurt/M., Stuttgart en München. Bovendien reden deze SVT’s ook op de lijn Hamburg-Köln. De bij de "Fliegender Hamburger" bekritiseerde zitplaatsopstelling van 3+1 werd teruggebracht tot een opstelling van 2+1. Zo stonden er in het treinstel type Hamburg 77 zitplaatsen en 4 zitplaatsen in de restauratieruimte ter beschikking. Door het grote succes van de SVT’s waren de zitplaatsen vaak al weken voor de reis volgeboekt, zodat er behoeften bestond aan meerdere zitplaatsen. Het bleek dat, door het vermogen van de motoren te verhogen van 301 kW naar 4422 kW, dit maar een geringe gewichtsverhoging tot gevolg had. Op deze manier konden driedelige treinstellen worden geconstrueerd. Het driedelige treinstel, eerst nog als type "Breslau" aangeduid, werd door de firma Linke-Hofmann geleverd. Er werden in 1935 twee dieselelektrische treinstellen geleverd en in 1936 twee dieselhydraulische treinstellen geleverd. Uiteindelijk als type "Leipzig" kregen ze bij de DRG het nummer SVT 137 233 en 234 a/b en SVT 137 153 en 154 a/b.

Constructie


Zoals al eerder vermeld, onderscheiden de treinstellen zich van elkaar door de aandrijving. Alle vier de treinstellen werden aangedreven door twee watergekoelde 12 cilinder V viertakt dieselmotoren van het type GO 6 van de firma Maybach. De koelinstallatie bevond zich onder de beide einddelen en werden temperatuur afhankelijk gestuurd. De beide motoren vonden hun plaats in de beide buitenste draaistellen, waarbij de versies met hydraulische overbrengingen ook hier hun aangedreven assen hadden waarbij de middelste Jakobs-draaistellen loopdraaistellen waren. Bij de dieselelektrische varianten bevonden zich in de einddraaistellen nog de generatoren die de gelijkstroom elektromotoren in de beide middelste draaistellen aandreven. De dieselelektrische varianten hadden een sturing waarmee drie gekoppelde SVT’s bestuurd konden worden. Tussen de rijtuigen kwamen Jakobsdraaistellen, de beide einddraaistellen waren aangepaste Görlitz draaistellen.

Een SVT type 'Leipzig', hier de SVT 137 234 in Bw Leipzig Hbf Süd
Een SVT type 'Leipzig', hier de SVT 137 234 in Bw Leipzig Hbf Süd
Al bij de introductie van het type "Leipzig" overwoog men een vierdelige versie met nog meer zitplaatsen en een aparte restauratie. Technische was dit geen enkel probleem, maar toch kwam het type "Leipzig" als driedelig treinstel. De verlenging van de treinstellen stond al snel gepland maar is nooit uitgevoerd door het uitbreken van de tweede wereldoorlog, en het terzijde stellen van treinstellen. De treinstellen "Leipzig" hadden ook een afdeling derde klas. En men ging weer over op de zijgang. Bij de tweede klas waren gesloten coupés en bij de derde klas halfopen coupés. Zo ontstonden zes coupés tweede klas en acht coupés derde klas. De a-eenheid was onderverdeeld in cabine, machineruimte en bagageruimte. Een instapruimte met toilet, de zitplaatsen verdeeld over vijf coupés. De b-eenheid had twee instapruimtes met toilet en vijf coupés derde klas met in totaal 70 zitplaatsen. De c-eenheid had naast de cabine en machineruimte een postafdeling, een instapruimte met toilet en zitplaatsen derde klas met 29 plaatsen, een keuken en aan het einde nog een instapruimte.

De in spantenbouw gebouwde zelfdragende wagenbakken hadden afgeronde fronten en zijschorten. De rijtuigovergangen geschiedde doormiddel van vouwbalgen, die nogeens werden overkoepeld door vouwbalgen zodat de trein geen inhammen had om luchtwervelingen tegen te gaan. De eenheden werden met scharfenberg koppelingen met elkaar verbonden waardoor de luchtleidingen liepen. De elektrische leidingen moesten nog apart worden verbonden. De remmen van het type Hikp werkten met trommelremmen op alle assen. Tevens waren er magneetremmen voorhanden. Als handrem werd er een oliedrukrem gemonteerd. De treinstellen waren met een "Sicherheitsfahrschaltung" en indusi uitgerust. Voor de verlichting diende een 110V boordnet. Zoals alle SVT’s had ook de "Fliegender Leipziger" een crèmeviolette kleurstelling met aluminium kleurige daken en schorten afgewerkt met zwarte lijnen.

Inbedrijfsname


Nog zonder motoren werd de SVT 137 153 op het 100 jarige bestaan van de spoorwegen in Nürnberg aan de wereld tentoongesteld. Op 2 oktober 1935 werd de dieselelektrische SVT 137 233 afgeleverd, waarna op 6 november 1935 de SVT 137 234 volgde. Nog voordat de treinstellen werden opgenomen in de dienstregeling werden eerst een reeks proefritten gemaakt met de beide SVT’s. Daarbij reed een van beide treinstellen een snelheidsrecord voor serievoertuigen tussen Hamburg en Berlijn met een snelheid van 205 km/u op 17 februari 1936. Op 15 mei 1936 begon de planmatige inzet op de nieuw gebouwde 502 km lange lijn tussen Berlijn-Beuthen over Breslau in Oberschlesien.

De heenreis als FDt 45 vanaf Berlin-Charlottenburg (19.51), Berlin-Zoo (19.59) en Berlin-Schlesischer Bf (20.20) zonder tussenstop naar Breslau (341 km), en dan een stop in Oppeln, Heydebreck en Gleiwitz tot het eindpunt Beuthen waar de trein om 0.37 arriveerde. Dit resulteerde in een gemiddelde reissnelheid van 109 km/u. De terugreis als FDt 46 begon om 5.18 uur en Berlin Charlotteburg werd om 10.08 bereikt. Op 22 Augustus 1939 werden alle treinstellen met verbrandingsmotor terzijde gesteld. Enkele SVT's van verschillende types kwamen na het begin van de oorlog nog alleen in dienst voor de regering of de Wehrmacht. Alle andere bleven opgesteld en waarschijnlijk gold dat ook voor de gehele serie treinstellen type "Leipzig". Na het einde van de oorlog stonden de SVT 137 154 en 233 dienstvaardig in de Sovjet bezettingszone. De SVT 137 153 werd eigendom van de Sovjet spoorwegen (SZD) onder nummer DP 15, en de SVT 137 234 werd ingelijfd in de bestanden van de Poolse spoorwegen (PKP). In de Sovjet bezettingszone kwam als eerste weer een SVT in actie, SVT 137 273 in een extra dienst van 25 augustus 1949 tot 9 september 1949 tussen Berlijn en Probstzella als FDt 79/80.

Inzet bij de Deutsche Reichsbahn (DDR)


De SVT 137 278 werd ingezet tussen Berlijn en Hamburg in 1949 als FDt 66/65. En op 21 december 1950 werd de FDt 54/55 tussen Berlijn en Praag weer in dienst genomen. SVT 137 154 verzorgde deze dienst. Bij de verbouwing van de SVT 137 233 in 1950 werd er zoals al voor de oorlog gepland was een restauratie ingebouwd. Het treinstel werd ingezet vanuit Bw Berlin-Karlshorst. Toen de Tsjechoslovaakse spoorwegen de dienst tussen Berlijn en Praag met eigen materieel gingen rijden in 1955 kwam dit treinstel vrij, en werd ingezet op de verbinding tussen Berlijn naar Saßnitz en München en als FDt 143/144 tussen Berlijn en Erfurt. Daarbij kwamen nog diensten voor de Leipziger beurs.

In de loop van 1955 kwam het tot een uitwisseling van materieel tussen de DR en de PKP, waarbij de SVT 137 234 weer in het Reichsbahn bestand werd opgenomen. De renovatie van dit treinstel duurde van 1 augustus 1955 tot 5 juni 1956. Bij deze renovatie werd met een b-wagen uit de SVT 137 226 type "Hamburg" een vierdelig treinstel gemaakt. Tevens werd er een restauratie afdeling ingebouwd. Vanaf 13 januari 1957 reed de SVT 137 234 als FDt 54/55 over Praag naar Wenen onder de naam "Vindobona". Op 20 december 1958 kreeg de SVT 137 154 het Bw Dresden-Pieschen als onderhoudswerkplaats. Van hier uit werd het treinstel met andere treinstellen ingezet op de verbinding naar Zittau, Bad Schandau, Leipzig en Karl Marx Stadt. Ook werd met dit treinstel de verbinding naar Rostock en Stralsund bediend. De laatste remkeuring onderging het treinstel in maart 1962 en in september werd het treinstel terzijde gesteld.

De SVT 137 234 werd eind 1959 uit de actieve dienst gehaald en verbouwd tot een treinstel voor de DDR regering. De streng gecontroleerde verbouwing van het treinstel dateert van 19 juli 1960. De inrichting werd compleet veranderd, het tussenrijtuig kreeg een werkkamer, doucheruimte, toilet en een slaapkamer met een bed in Franse stijl. De a-eenheid was bedoeld voor het personeel dat mee reisde, er waren vijf twee persoons coupés ingebouwd en een radiokamer. De c-eenheid had behalve keuken en ruimte voor personeel een vergaderruimte. Het treinstel kreeg het Bw Berlin-Karlshorst als werkplaats. Op 1 juni 1970 werd het treinstel omgenummerd naar 183 251 en op 6 december 1973 werd het treinstel buiten dienst gesteld. Het treinstel stond op verschillende plaatsen opgesteld en er waren plannen om er een jeugdclub van te maken en het treinstel aan de Oostzee te zetten. Uiteindelijk leidde lange onderhandelingen met het tijdschrift Eisenbahn-Kurier ertoe dat dit tijdschrift het treinstel kocht. Het treinstel werd naar het Bw Leipzig Süd gebracht waar men al enige ervaring had met SVT's van het type "Hamburg". De restauratie van het treinstel werd uiteindelijk in juli 1993 afgesloten en het treinstel werd op de "Waggon 93" tentoongesteld aan het publiek.

Type nr: SVT 137 153-154, 233-234
vanaf 1970(DR) 183.2
Bauart: Leipzig
Betriebsgattung: BC8vT
Skizzenblattnummer: BCPwPostK8vT-34
Indienststelling: 1935-36
Fabrikant: LHW
As opstelling: B'2'2'B'/2'Bo'Bo'2
(SVT 137 233-234)
Spoorwijdte: 1435 mm
Lengte over de buffers: 60,150 m
Gewicht: 124 t
Aandrijving: Dieselhydraulisch (SVT 137 233-234)
Dieselelektrisch (SVT 137 153-154)

Dieselmotor:

Aantal: 2
Fabrikant: Maybach
Vermogen: 442 kW
(bij 1400 tpm)
Snelheid: 160 km/h
Zitplaatsen: 30 1ste klas
109 2de klas