dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

BR 01.10


BR 01.10 stroomlijnlocomotief
BR 01.10 stroomlijnlocomotief
Eind jaren dertig bestond er behoeften bij de DRG voor sneltreinlocomotieven waarvan de maximumsnelheid minimaal 150 km/u bedroeg. Door het snelgroeiend SVT net bestond er behoeften aan dit soort locomotieven om het SVT net te ontlasten. Berliner-Maschinenbau-AG, voorheen L.Schwartzkopff-Berlin ontwikkelde een driecilinder variant van de serie BR 01. De geplande 250 locomotieven kregen de type aanduiding 01.10, deze locomotieven werden gekenmerkt door de stroomlijnbekleding. In 1939 werden de eerste locs in dienst gesteld. Maar al reeds bij de eerste proefritten bleek de temperatuur onder de bekleding te hoog op te lopen, zodat voor voldoende luchttoevoer, voor een deel de locs weer moesten worden uitgekleed. Hierdoor werd de maximumsnelheid verlaagd en op 140 km/u gesteld. De locomotieven waren technisch bijna identiek aan de serie 01, alleen was de 01.10 een driecilinder en de BR 01 een twee cilinder locomotief.

Wegens het uitbreken van de tweede wereldoorlog werd een veelvoud van het aantal bestellingen geannuleerd. Totaal zijn er maar 55 locomotieven van dit type gebouwd. Deze locs hadden de nummers 01 1001 en 01 1052 t/m 1105. Alle locomotieven raakten vrijwel ongeschonden door de oorlog heen en waren nog grotendeels bedrijfsvaardig. Alleen moest de verroeste en beschadigde stroomlijnbekleding verwijderd worden, en er moest kleine schade worden gerepareerd.

Drijfwerk: 2'C1'h2
Indienststelling: 1939
Diameter drijfwielen: 200 cm
Diameter loopwielen (voor/achter): 100 cm/125 cm
Lengte over de buffers
(met tender 2'3 T38 St):
24,13 m
Maximumsnelheid: 140 km/h
Vermogen: 2400 pk/hp
Keteldruk: 16 bar
Gewicht: 114,3 t

 

Das große typenbuch Deutscher Lokomotiven
Manfred Weisbrod, Dieter Bäzold, Horst J. Obermayer
Transpress, Berlin, 1992