dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

BR 03.10


De BR 03 1014 zonder stroomlijn bekleding
De BR 03 1014 zonder stroomlijn bekleding
Na de tweede wereldoorlog gingen 26 locomotieven BR 03.10 naar de DB. Vanaf 1948/49 liet de DB alle locomotieven BR 03.10 ontdoen van hun stroomlijn bekleding. De locomotieven kregen "Witte" windleibladen. De meeste locomotieven BR 03.10 behielden tot 1954 hun onder de rookkamer gemonteerde voorverwarmer.

De DB gebruikte de in het AW Braunschweig gereviseerde loc 03 1056 voor proefnemingen met sneltrein rijtuigen. In 1950 werden de overige 25 locomotieven door Henschel onderzocht en gereviseerd voor de reguliere diensten. De locomotieven werden gestationeerd in de Bw’s Dortmund Bbf, Ludwigshafen en Offenburg. De bloeitijd van deze locomotieven begon in die tijd bij de DB.

De locomotieven die in Dortmund waren gestationeerd werden ingezet in het F-treinen netwerk van de DB. De locs 03 1014, 1022 en 1043 kregen zelfs een staalblauwe kleur aangepast aan de kleur van de F-trein rijtuigen. De locomotieven werden afwisselend ingezet met de BR 05 op de verbinding Hamburg-Köln-Frankfurt(Main) in de trein F 3/4 Merkur.

Het Bw Ludwigshafen zette de locomotieven overwegend in op de rijnlijn naar Köln en verder naar Aken, Kaldenkirchen of Münster. De locomotieven uit Offenburg werden ingezet op de lijn langs de rijn tussen Frankfurt en Basel. Deze locomotieven uit Offenburg werden echter in 1952 geruild tegen locomotieven BR 01.10 met het Bw Paderborn. Hier werden ze ingezet op de verbindingen tussen Mönchengladbach/Düsseldorf en Kassel/Northeim. Een aantal locomotieven uit de Bw’s Paderborn en Dortmund werden in 1954 overgeplaatst naar het Bw Hamburg-Altona. Vanuit dit Bw trokken de locomotieven de F en D treinen tussen Westerland/Flensburg en Hannover/Köln.

Ook bij deze locomotieven begon op een gegeven moment de ketel haarscheuren te vertonen. Daarom werden de locomotieven vanaf 1957 voorzien van nieuwe ketels. Maar wegens andere mankement aan de locomotieven werden de locs al in 1966 buiten dienst gesteld.

Drijfwerk: 2'C1'h3
Indienststelling: 1939-1941
Diameter drijfwielen: 200 cm
Lengte over de buffers
(met tender 2'2'T32 St):
23,905 m
Maximumsnelheid: 140 km/h
Vermogen: 1.790 pk/hp
Keteldruk: 16 bar
Gewicht (zonder tender): 103,20 t