E 310/E 410

E 310 / E 410
Constructie
In bedrijf

E 310 / E 410

Om de tijdrovende lokwisselingen aan de grens met Nederland, Belgie, Luxemburg of Frankrijk te ontlopen ging de DB over op het ontwikkelen van een meersysteemlocomotief speciaal bestemd voor het verkeer naar deze landen. Deze meersysteemlocomotieven moesten in de regel door rijden tot de eindbestemming in het buitenland zodat de exploitatie vereenvoudigd werd.

Met de ervaring die was opgedaan met de drie meersysteem locomotieven E 320 (BR 182) ontwikkelde het BZA München samen met AEG, BCC en Krupp een twee (E 310) en vier (E 410) systeem locomotief.

Meersysteem locomotief BR 181 001 (E 310) in de blauwe tijdperk III kleurstelling

AEG leverde de elektrische uitrusting voor de tweesysteemlocomotieven E 310 001 - 004 en voor de vier systeem locomotieven E 410 001 - 003. BCC bouwde de E 410 011 en 012.

Voor het eerst werd gebruik gemaakt van traploos regelbare thyristoren, deze maakte een traploze regeling en de sturing van de rijmotoren mogelijk. Ook nieuw waren de eenbeens stroomafnemers SBS 65. Het mechanische deel werd geleverd door Krupp in Essen. Alle locomotieven werden geleverd in 1966 en 1967.

Bij de nieuwe UIC omnummering werden de locomotieven E 310 omgenummerd naar BR 181, en de E 410 naar BR 184. De 181 003 en de 181 004 die waren voorzien van een systeem waarbij remenergie weer wordt teruggeleid in het bovenleidingsnet werden in 1969 omgenummerd naar 181 103 en 181 104. De locomotieven 184 011 en 184 012 werden in hetzelfde jaar omgenummerd naar 184 111 en 184 112.

• E 310 001    BR 181 001
• E 310 002    BR 181 002
• E 310 003    BR 181 003     BR 181 103
• E 310 004    BR 181 004     BR 181 104
• E 410 001    BR 184 001
• E 410 002    BR 184 002
• E 410 003    BR 184 003
• E 410 011    BR 184 011     BR 184 111
• E 410 012    BR 184 012     BR 184 112

De viersysteemlocomotieven werden wegens onbetrouwbaarheid en het veelvuldig optreden van technische storingen niet meer verder ontwikkeld en besteld. De locomotieven hebben ook nooit in de planmatige dienst op de lijn naar Nederland gereden.

Constructie

Wat betreft de constructie zijn beide locomotief series nagenoeg identiek. Alleen hadden de locomotieven E 310/BR 181 twee stroomafnemers en de locomotieven E 410/BR 184 vier stroomafnemers. Later bezat de 184 003 ook nog maar twee stroomafnemers. De locomotiefkast is opgebouwd uit vijf delen. De machineruimte bestaat uit drie stukken. De locomotiefkast rust met behulp van vier flexicoil schroefveren op de draaistellen. Twee veren per draaistel. Alle locomotieven zijn voorzien SSW-Gummiringfederantriebe.

Het elektrische deel van de locomotieven 184 001 - 003 is gebaseerd op dat van de locomotieven BR 181. De gelijkstroominrichting van de locomotieven BR 184 is later uitgeschakeld. De spanningssturing verloopt traploos via de gestuurde thyristors. De hoofdtransformator is bij alle stroomsystemen in bedrijf.

In bedrijf

Op dit moment zijn nog twee locomotieven in de actieve dienst te vinden, namelijk de 181 001 en de 184 003. Beide locomotieven rijden in hetzelfde inzetplan vanuit het Bh Saarbrücken tussen Ehrang en Apach.