V 162/V 164

V 162 / V 164
Constructie

V 162 / V 164

Omdat volgens de laatste ontwikkelingen steeds meer gebruik werd gemaakt van elektrische verwarming voor treinen werden er in 1965 drie prototypen van de serie V 162 (later BR 217) in dienst gesteld. Deze locomotieven beschikten over een 370 kW sterke dieselmotor die diende voor de elektrische treinverwarmings installatie. Om plaats te bieden aan de extra dieselmotor waren deze locomotieven 400 mm langer dan de serie V 160. Bij de locs V 162 001 en 002 werd de generator voor de verwarming aangedreven via een tussenoverbrenging, maar bij de V 162 003 was de installatie direct aan de extra dieselmotor gekoppeld. In 1968 volgde de bouw van een serie van 12 voorserie locomotieven genummerd 217 011-022. De locomotieven V 162/BR 217 zijn gebouwd door Krupp. Een serie levering volgde echter niet omdat een aantal technische problemen kleefde aan een serieproduktie. Omdat de inbouw van twee dieselmotoren met samen 28 cilinders voor de toekomst waarschijnlijk niet rendabel was, en omdat de firma MAN inmiddels een 12 cilinder dieselmotor had ontwikkeld die over een vermogen van 1836 kW beschikte werd besloten om een nieuwe serie diesellocomotieven te bouwen met deze nieuwe motoren. Inmiddels had ook Maybach een 12 cilinder dieselmotor ontwikkeld met een vermogen van ook 1836 kW.

De nieuw ontwikkelde 1836 kW motoren werden ingebouwd in de voorserie locomotieven V 164 001-012, de latere 218 001-012. Ook deze locomotieven hadden net zoals de V 162/BR 217 een lengte van 16 400 mm en een elektrische trein verwarmingsinstallatie. De locomotieven waren uiterlijk identiek aan de V 162. Alleen had de V 164 twee zijgangen en een nieuwe koelinstallatie. In 1968 leverde Krupp de 12 locomotieven aan de DB, die voorzien waren van de nieuwe 12 cilinder dieselmotoren met een vermogen van 1838 kW. Deze motoren hadden genoeg vermogen om ook de generator voor de elektrische trein verwarminginstallatie aan te drijven, zodat hier niet een aparte motor voor nodig was.

De locomotieven V 162 en V 164 werden gestationeerd in de Bw's Regensburg en Hagen-Eckesey. Vanuit deze Bw's werden de proefbedrijven gestart voor deze locomotieven. In deze proefprogramma's werd onderzocht welke manier van verwarmen (met of zonder hulp dieselmotor) het meest geschikt was. De V 162 had het voordeel dat wanneer de trein vanuit stilstand alleen verwarmd moest worden, alleen de hulp dieselmotor hoefde te lopen. Maar uiteindelijk bleek toch het systeem van de V 164 economisch het beste systeem.

Constructie

De V 162 in orginele donderrode kleurstelling | Foto: Christian Splittgerber

De motor en de overbrenging zijn elastisch opgehangen. De draaistelramen zijn gelast. Midden aan beide zijde van de draaistelramen bevinden zich de bevestigingspunten voor de zijdelingse veringelementen. Via vier schroefveren steunt het onderstel op de draaistellen.

De V 162 was voorzien van de motor MB 16 V 652 TB van Maybach (MTU) met 16 cilinders en een vermogen van 1397 kW. De V 164 was voorzien van motor MA 12 V 956 TB 10 van Maybach (MTU) met 12 cilinders en een vermogen van 1840 kW. Beide locomotief series zijn voorzien van een hydraulische kracht overbrenging.