Bauart 1923

Rijtuigen Bauart 1923
A4ü-23
AB4ü-23
AB4ü-23a
AB4ü-23b
C4ü-23
Pw4ü-23

Rijtuigen Bauart 1923

Rijtuigen van het type Bauart 1923 hebben nagenoeg detzelfde eigenschappen en kenmerken als rijtuigen van het type Bauart 1922.

A4ü-23

Voor het vervoer van reizigers van en naar de veerboten van Hapag en Lloyd werd er door de Reichsbahn 6 eerste klas rijtuigen besteld bij Wumag. De rijtuigen werden ondergebracht bij de directies Altona en Hannover. De thuisstations van deze rijtuigen waren Cuxhaven en Bremen Hbf. De rijtuigen waren 19.310 mm lang en hadden een lengte van 20.610 mm over de buffers. De rijtuigen waren voorzien van 7 coupés van elk 2100 mm lang. Totaal waren er 42 en later 48 zitplaatsen in het 42,4 t wegende rijtuig aanwezig. De rijtuigen waren voorzien van draaistellen van het Amerikaanse type.

AB4ü-23

Na de levering in 1923 van de 7 proefrijtuigen AB4ü-23b werden er 31 exemplaren gebouwd van het rijtuig AB4ü-23. Dit rijtuig eerste en tweede klas had 12 zitplaatsen eerste klas en 33 zitplaatsen tweede klas. De rijtuigen hadden een gewicht van 43 t en hadden draaistellen van het Amerikaanse type. De rijtuigen 11 211 en 11 209 kregen in 1931 en 1933 een telefoon. Deze voorziening werd ingebouwd in het kader van proeven van de DRG naar telefoon in treinen. In de halve eerste klas coupé werd de apparatuur ondergebracht, zodoende werden de zitplaatsen eerste klas gereduceerd tot 8. De rijtuigen AB4ü-23 zijn in 1965 buiten dienst gesteld. Rijtuig 11 250 kreeg in 1928 een draaistel type "Görlitz IIs", dit rijtuig werd in 1933 buiten dienst gesteld.

AB4ü-23a

De rijtuigen AB4ü-23a waren de tweede serie eerste/tweede klas D-trein rijtuigen na de proefrijtuigen AB4ü-23b in het Fahrzeugprogramm 1923. De rijtuigen AB4ü-23a onderscheiden zich van de rijtuigen AB4ü-23 door een veranderd ventilatiesysteem. Tevens hadden de rijtuigen 11 253, 11 256 en 11 257 draaistellen typen "Görlitz I". In 1927 werd rijtuig 11 254 ingericht voor de proefnemingen voor treintelefoon.

AB4ü-23b

De 7 rijtuigen AB4ü-23b werden geleverd als proefrijtuigen voor de series AB4ü-23 en AB4ü-23a. De AB4ü-23b kreeg 2 coupés 1ste klas en 5 1/2 coupés tweede klas. De 43 t wegende rijtuigen hadden een lengte van 19.310 mm en hadden een 20.610 mm lengte over de buffers. Rijtuig 11 206 werd uitgerust met draaistellen "Görlitz I".

C4ü-23

Om de constructie van derde klas rijtuigen verder door te ontwikkelen gaf de Reichsbahn de opdracht voor een nieuwe serie derde klas rijtuigen. Deze rijtuigen hadden nu de ventilator van het luchtverversingssysteem op de gang en waren voorzien van bredere klaptafels. De rijtuigen waren voorzien van 9 1/2 coupés met in totaal 76 zitplaatsen. De rijtuigen hadden een gewicht van 41,0 t en hadden draaistellen van het Amerikaanse type. In 1938 werd in de rijtuigen 16 083 en 16 085-088 een keuken ingebouwd.

Pw4ü-23

De rijtuigen Pw4ü-23 waren de eerste bagagerijtuigen die in het eenheidsrijtuigen programma werden gebouwd. Zodoende was deze serie van 10 rijtuigen een proefserie. Omdat er geen behoefte was aan meer ruimte waren de bagagerijtuigen korter dan de personenrijtuigen, namelijk 17.540 mm lang en een lengte van 18.840 mm over de buffers. De rijtuigen kregen een dienstruimte, een 11.395 mm lang laadruim, twee hondenhokken en twee instapruimten. De rijtuigen kregen aan één zijde een verhoogde koepel waardoor men de hele trein kon overzien. De rijtuigen hadden een gewicht van 33,1 t en waren voorzien van draaistellen van het type "Pruisische Regeldrehgestell". Rijtuig 105 103 werd in 1924 tentoongesteld op de "Eisenbahntechnischen Ausstellung" in Seddin. Rijtuig 105 108 kreeg later draaistellen type "Görlitz IIs".