| |
BR 06
De BR 06 behoorde net zoals de BR 41 en de BR 45 tot de typen van eenheidslocomotieven met een variabele aslast. Deze aslast kon worden ingesteld tussen de 18 en 20 ton. De twee proeflocomotieven 06 001 en 06 002 werden door Krupp in het voorjaar en de zomer van 1939 geleverd, terwijl de van dezelfde ketel voorziene BR 45 van Henschel twee jaar eerder was afgeleverd.
 | | De BR 06 001 |
De BR 06 was bedoeld voor sneltreinen in de heuvelachtige landschappen, de loc moest een trein van 650 t met een snelheid van 120 km/u voort kunnen bewegen en op stijgingen van 1:100 met 60 km/u. Net zoals de BR 01.10, BR 03.10 en de BR 05 kreeg de BR 06 stroomlijnbekleding. Met vier gekoppelde assen en een ketel van 7500 mm was dit de grootste Duitse sneltreinlocomotief die tot dan toe ooit was gebouwd. Om deze loc nog door bogen en wissels met een radius van 180m te kunnen laten rijden was bij de 06 001 de derde gekoppelde as voorzien van kransloze drijfwielen, bij de 06 002 waren de kransen van het tweede en derde drijfwielen verkleind en was de derde drijfas naar beide zijden 10 mm verschuifbaar.
Beide locs waren in de oorlog gestationeerd in het Bw Frankfurt/M 1 en op de lijn naar Erfurt in dienst. In deze dienst bleek dat deze locs zich nauwelijks konden waarmaken, de extra exploitatiekosten wogen niet op tegen de meerwaarde die de locomotieven moesten genereren.
In de oorlog werd de 06 002 door een bom getroffen en later werd ook de 06 001 terzijde gesteld. Na de oorlog was er geen behoeften aan deze grote locomotieven en zo werden deze in 1951 definitief buiten dienst gesteld.
| Drijfwerk: |
2'D2'h3 |
| Indienststelling: |
1939 |
| Diameter drijfwielen: |
200 cm |
| Diameter loopwielen (voor/achter): |
100 cm/100 cm |
Lengte over de buffers
(met tender 2'3'T38 St): |
26,520 m |
| Maximumsnelheid: |
140 km/h |
| Vermogen: |
3500 pk/hp |
| Keteldruk: |
1206 bar |
| Gewicht: |
141,8 t |
|
