dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

Eenheidsrijtuigen

Eenheidsrijtuigen
Hechtrijtuigen
Bauart 28-37 rijtuigen
Schürzenrijtuig

Eenheidsrijtuigen

Bij de oprichtingen van de Deutsche Reichsbahn in 1920 en bij de oprichting van de DRG in 1924 werd men geconfronteerd met de grote verscheidenheid aan verschillende rijtuigtypen, die overgebleven waren uit het Länderbahntijdperk. Zo waren er in 1920 91 verschillende rijtuigentypen met 200 verschillende onderlinge kenmerken.

Duidelijk was dat er eenheid moest worden geschept in dit rijtuigpark, en men ging plannen uitwerken voor de bouw van eenheidsrijtuigen. Deze eenheidsrijtuigen moesten allemaal gebruik maken van zoveel mogelijk dezelfde onderdelen zodat het onderhoud goedkoop bleef. Er werd een commissie voor eenheidsrijtuigen aangesteld die de uitwerking van de plannen moesten coördineren. In de tussentijd die het nam om de plannen te maken en totdat de eerste eenheidsrijtuigen gebouwd waren had men toch behoeften aan nieuwe personenrijtuigen, en dus bestelde de DRG nog een aantal Länderbahn rijtuigen. Zie ook Länderbahn rijtuigen.

Doordat er 36 verschillende rijtuigfabrieken meededen werden er een aantal eisen opgesteld door de commissie waaraan de rijtuigbouwers moesten voldoen om eenheidsrijtuigen te mogen afleveren. Dit waren de volgende eisen:

  • Er moest zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van materialen zoals metaal, klinknagels, schroeven, enz, zoals vermeld werd in de DIN normbladen. Deze materialen moest men zo zuinig mogelijk gebruiken en men moest voor alle rijtuig dezelfde materialen gebruiken, en zo mogelijk moest men ook dezelfde materialen gebruiken in goederenwagens.
  • Uitgebreide behandeling van metaal moest vermeden worden, gewalst mocht alleen als dit een gewichtsbesparing of kostenbesparing tot gevolg had. Onderdelen mochten alleen gebogen worden als dit echt niet anders kon.

Vanaf 1920 zijn er in dit eenheidsrijtuigen programma duizenden personenrijtuigen gebouwd. Tussen deze eenheidsrijtuigen zijn een drietal generaties te onderscheiden, waar de rijtuigen op deze pagina's ook naar worden onderscheiden. Deze drie generaties zijn de Hechtrijtuigen, gebouwd vanaf 1921 t/m 1926. De Bauart '28-'37 rijtuigen, die vanaf 1928 t/m 1937 zijn gebouwd. En de Schürzenrijtuigen, die gebouwd zijn vanaf 1938 t/m 1942. Vanzelfsprekend houden we ons hier alleen bezig met sneltreinrijtuigen voor FD en D treinen.

De Hechtrijtuigen zijn de eerste eenheidsrijtuigen, deze rijtuigen werden gekenmerkt doordat de uiteinden van de rijtuigen waar zich de toegangsdeuren en het toiletraam bevonden schuin wegliepen naar de kopzijde van het rijtuigen. Zodoende was de kopzijde van het rijtuig smaller dan het midden van het rijtuig. Op de linkerfoto is de kopzijde van een Hechtrijtuig te zien, de rode lijnen geven de rijtuiglijn weer. Er is te zien dat de achterzijde schuin wegloopt. De tweede foto is een rijtuigen Bauart 1930. Bij de rijtuigen vanaf 1928 waren de toegangsdeuren evenwijdig met de zijwanden, maar deze deuren sprongen in aan de kopzijde zoals te zien is op de foto. De daken liepen wel door, er ontstond op deze manier een afdakje boven de deuren. De derde foto laat een Schürzenrijtuig zien. Te zien is dat de toegangsdeuren gelijk lopen met de zijwanden, de zijschorten zijn nog net te zien aan de rechterkant van de foto. Ook is te zien dat de rijtuigwanden over de ingeklapte rijtuigovergangen heen liepen. Dit waren typische kenmerken van dit toenmalige moderne stroomlijnmaterieel.

  

Binnen deze generaties zijn de zogenaamde Bauarten te onderscheiden. Deze Bauarten kenmerkten kleine wijzigingen die de rijtuigen regelmatig ondergingen. Deze Bauarten werden gebouwd in een "Fahrzeugprogramm". Alle drie de generaties werden in verschillende Bauarten en in verschillende "Fahrzeugprogramm" gebouwd.

De rijtuigen op deze pagina's zijn onderverdeeld naar generatie en dan weer verder onderverdeeld in Bauart. En per Bauart staan de verschillende rijtuigen opgesomd met de kenmerken van de rijtuigen afzonderlijk en in welke "Fahrzeugprogramm" ze gebouwd zijn.