dbtrains.com | de website | faq | sitemap |
 
 

Tijdperk II

Inleiding
Het ontstaan van het langeafstandsverkeer
Nieuwe tijden, nieuwe rijtuigen
Eenheidslocomotieven
Service op hoog niveau, de Mitropa
Het onstaan van een treinlegende
Een nieuw Rijtuig schema
Begin van de moderne tijd, elektrische locomotieven
Een nieuwe idee, de SVT
De concurrent van de SVT, de Henschel-Wegmann-Zug
Resultaat van vernieuwingen: de Sch�rzenwagens
Het voorlopige einde

Service op hoog niveau, de Mitropa

Voor de eerste wereldoorlog (in tijdperk I) werden de restauratierijtuigen en slaaprijtuigen geëxploiteerd door een zusterorganisatie van de CIWL (Compagnie Internationale des Wagon Lits). Deze zusterorganisatie was de DSEG, Deutsche Eisenbahn Speisewagen Gesellschaft. De CIWL had deze zusteronderneming opgericht om beter de concurrentie aan te kunnen van een aantal door de Länderbahnen opgerichte soortgelijke organisaties.

Aan het begin van de eerste wereldoorlog werd de DSEG overgenomen door de Duitse autoriteiten. De rijtuigen van de DSEG werden overgenomen door de nieuwe organisatie Mitropa (Mitteleuropäische Schlaf- und Spiesewagengesellschaft) die werd opgericht in 1916. Mitropa had vanaf die datum de taak om de restauratie en slaaprijtuigen in Duitsland te exploiteren. Mitropa nam in totaal 116 restauratierijtuigen over van de DSEG en 64 restauratierijtuigen en 35 slaaprijtuigen van de CIWL. Deze rijtuigen waren voornamelijk de CIWL rijtuigen die aan het begin van de eerste wereldoorlog in Duitsland stonden. Bijna alle rijtuigen van de CIWL werden na de eerste wereldoorlog teruggegeven aan de CIWL. Een aantal restauratierijtuigen werden tijdens de oorlog vernietigd. Ook nam Mitropa slaaprijtuigen over van de verschillende Länderbahnen in Duitsland, vooral van de Pruisische spoorwegen.

Na de eerste wereldoorlog probeerde de CIWL Mitropa weer over te nemen omdat ze hun zusterorganisatie in Duitsland nu kwijt waren. Mitropa kon geen activiteiten ontplooien in Oostenrijk, Hongarije en enkele Balkan landen, dus ging de DRG in onderhandeling met de CIWL. De DRG bood de CIWL een aandeel van 20% in Mitropa. Maar de CIWL wilde alleen een meerderheidsaandeel van 51%. Om een vijandelijke overname te voorkomen zocht Mitropa andere partners en vond deze in de "Great Eastern Railway of England" en "The Canadian Pacific Railway". Deze organisaties richtten een onderneming op, genaamd Transcontinent SA die was gevestigd in Zwitserland. Mitropa gaf Transcontinent 40% van de aandelen Mitropa in ruil voor 20% van de aandelen Transcontinent. Op deze manier werd Mitropa omgevormd tot een internationale onderneming met partners uit geallieerde landen. In 1925 had de DRG 80% van de aandelen van Transcontinent SA in handen.

Zoals al eerder vermeldt nam Mitropa slaaprijtuigen over van de voormalige Länderbahnen. Het grootste deel van deze slaaprijtuigen waren afkomstig van de Pruisische spoorwegen. De Reichsbahn nam 89 slaaprijtuigen over van de KPEV en verkocht deze door aan Mitropa tussen 1921 en 1925. De rest van de slaaprijtuigen werd geleast door Mitropa maar waren in het bezit van de Reichsbahn. De Länderbahn rijtuigen waren veelal zesassige houten rijtuigen.

In 1921 werden de eerste nieuwe slaaprijtuigen besteld, tot 1923 werden deze rijtuigen nog door de Reichsbahn besteld en werden ze geleast door Mitropa, daarna werden de rijtuigen door Mitropa besteld.

De volgende slaaprijtuig typen zijn tussen 1921 en 1941 gebouwd (Slaaprijtuigen gebouwd tussen 1921 en 1941). Meer informatie over deze rijtuigen is te vinden bij de Mitropa slaaprijtuigen.

Tot 1925 kregen de slaaprijtuigen een nummer dat begon met een cijfer dat afhing van het aantal bedden wat een rijtuig had. Dus een rijtuigen met 16 bedden kreeg het nummer 1601, een rijtuig met 18 bedden kreeg het nummer 1801 en een rijtuigen met 20 bedden kreeg het nummer 2001. De slaaprijtuigen 2001-2049 hadden scheidingswanden tussen de coupés die haaks op de zijwanden stonden, en de rijtuigen 2051-2072 hadden scheidingswanden tussen de coupés die in een hoek met de rijtuigzijwand waren geplaatst. Nieuwe slaaprijtuigen die na de eerste wereldoorlog werden gebouwd kregen een nummer vanaf 2101.

In 1926 werd een nieuw nummer schema ingevoerd. Nu werden er vijf nummers in plaats van vier nummers gebruikt. De eerste twee nummers gaven het aantal bedden aan, het derde nummer gaf het type rem aan (0-5 automatische luchtremmen, 6-7 automatische en niet automatische luchtremmen, 8-9 Hardy remsysteem in combinatie met luchtremmen). Het vierde nummer gaf het aantal assen aan (0-4 vier assen, 5-9 zes assen) en het vijfde cijfer gaf aan of de coupé scheidingswand recht (even nummer) of schuin (oneven nummer) was.

Naast slaaprijtuigen beschikte Mitropa ook over restauratierijtuigen. In het begin maakte Mitropa nog gebruik van restauratierijtuigen van de Länderbahnen. Maar in 1928 werden de eerste nieuwe restauratierijtuigen door Mitropa besteld.

De volgende typen restauratierijtuigen zijn tussen 1928 en 1939 gebouwd (Restauratierijtuigen gebouwd tussen 1928 en 1939). Meer informatie over deze rijtuigen is te vinden bij de Mitropa restauratierijtuigen.

Mitropa exploiteerde dus in Duitsland de restauratie en slaaprijtuigen in de meeste FD en D treinen. Ook de restauratieafdelingen in FDt treinstellen werden door Mitropa bediend. In tegenstelling tot de FD en D treinen werden de L-treinen door de CIWL geëxploiteerd en de daarin meerijdende restauratie, slaap en salonrijtuigen. In het verdrag van Versailles was opgenomen dat de Reichsbahn de L-treinen die door Duitsland reden dezelfde prioriteiten moest geven als de eigen binnenlandse langeafstands treinen. Mitropa was wel aanwezig in de internationale FD treinen, zoals FD 111/112 van Hoek van Holland naar Berlijn, en uiteraard de Rheingold van Hoek van Holland naar Basel waarin de restauratieafdelingen door Mitropa werden bediend.

Om te concurreren met de L-treinen van de CIWL wilde Mitropa zelf ook L-treinen gaat exploiteren. De volgende L-treinen werden door Mitropa geëxploiteerd. (Zie ook de lijnen in tijdperk II)

  • L 92/91 Saßnitz/Stralsund-Basel SBB "Skandinavien-Schweiz-Expreß" (periode: 04-02-1922 tot de zomer van 1926)
  • L 198/191 London Liverpool-München "London-Holland-München-Expreßzug" (periode: 30-06-1922 tot 05-09-1922)
  • L 111/112 London-Berlijn "London-Berlijn-Expreß" (periode: 02-12-1922 tot de zomer van 1925)

Ook had Mitropa enkele salonrijtuigen in haar bestanden. Na de eerste wereldoorlog nam Mitropa zeven voormalige Koninklijke rijtuigen over van de Reichsbahn. Eén rijtuig werd omgebouwd tot salon/slaap rijtuig en één rijtuig werd omgebouwd tot salon/restauratie rijtuig. De overige vijf werden omgebouwd tot salonrijtuigen.

De volgende typen salonrijtuigen zijn door Mitropa in gebruik geweest (Mitropa salonrijtuigen 1925-1936). Meer informatie over deze salonrijtuigen is te vinden bij de Mitropa salonrijtuigen.

Deze salonrijtuigen reden vanaf de zomer in 1925 in trein FD 111/112 Hoek van Holland-Berlijn, in FD 164/163 Hoek van Holland-Basel (tot 1927/28). Vanaf juni 1927 in FD 24/23 Berlijn-Altona en vanaf de zomer 1928 op dezelfde route in trein FD 26/25. De salonrijtuigen L1 t/m L6 werden in deze treinen gebruikt, in FD 111/112 tot de winter van 1933/34 en in trein FD 24/23 tot de zomer van 1930. Salon/restauratierijtuig L51 werd gebruikt in trein D 8/7 tussen Berlijn en Kassel.