Tijdperk III
Inleiding
Een nieuw begin
De eerste treinen gaan weer rijden
Het eerste netwerk van langeafstandstreinen
De opbouw gaat verder, meer treinen, meer comfort, meer regelmaat
Het vooroorlogse materieel werd opnieuw ingezet
De opbouw van het internationale netwerk
Het Blauwe net van snelle treinen
De moderne tijd, opkomst van elektrische locomotieven
De moderne diesellocomotief in opkomst
Een nieuw rijtuigtype
De derde klas verdwijnt
De laatste nieuwe stoomlocomotief
Een nieuw prestieus netwerk, de Trans Europ Express
Vanaf 1962 weer exclusief, de Rheingold
Een nieuw paradepaardje, de elektrische locomotief E 03
Een nieuw rijtuigtype
Ook de bouw van rijtuigen kwam weer op gang na de opheffing door de geallieerde machten van het bouwverbod voor railvoertuigen. De eerste nieuwe sneltreinrijtuigen verschenen begin jaren vijftig. Het gepresenteerde rijtuigtype was een geheel nieuwe constructie. Tot dan toe was het alleen mogelijk geweest om rijtuigen met een lengte van 21 meter te bouwen, maar nu verscheen er een rijtuig van 26,4 meter lengte. Het eerste rijtuig van deze nieuwe constructie was een midden instap rijtuig bedoeld voor personentreinen, dit rijtuig werd aangeduid als type yl. In 1952 werd door Westwaggon in Keulen een sneltrein rijtuig van dit type gebouwd. Het rijtuig, aangeduid als type m was eveneens 26,4 meter lang en was voorzien van coupés met zijgang. De rijtuigen waren voorzien van nieuw ontwikkelde draaistellen type Minden-Deutz (MD33).
Met deze ontwikkelingen begon een periode van ontwikkeling waarin tot en met 1979 6000 soortgelijk 26,4 meter sneltrein rijtuigen van het type m werden gebouwd in vele soorten. De rijtuigen hebben in de loop der jaren dienst gedaan in vele soorten treinen in Duitsland, van de F-treinen in tijdperk III tot de Intercity treinen in tijdperk IV en V, vele rijtuigen maakten later hun comeback in het Interregio verkeer. Tevens zijn een aantal rijtuigen zijn na vele jaren trouwe dienst verkocht en zijn elders bij andere spoorwegmaatschappijen een nieuw leven begonnen.
De eerste drie voorserie rijtuigen worden in 1953 geleverd aan de DB, dit was een rijtuig type AB4üm-52 en twee rijtuigen type ABC4üm-52. Deze werden vanaf 1954 gevolgd door andere 10 rijtuigen, twee van type AB4üm-52 met zijschorten, een type ABC4üm-52 en zeven rijtuigen van type C4üm52. Zie het overzicht verderop voor de wijzigingen van deze type aanduidingen door de jaren heen. De ABC4üm-52 ontwikkelde zich tot test en onderzoeks rijtuig en werd later voorzien van zijschorten.
Al deze voorserie rijtuigen waren in eerste instantie voorzien van de oude type rijtuigovergangen. Pas vanaf 1961 zijn deze 13 rijtuigen voorzien van de nieuwe type rijtuigovergangen met rubberen balgen zoals ook gebruikt bij de serie leveringen.
Technisch gezien waren de rijtuigen niet bijzonder complex. In de interieurs waren er enkele nieuwe ontwikkelingen te zien, zo was de derde klas niet meer voorzien van acht zitplaatsen maar van zes gestoffeerde en verstelbare zitplaatsen. Twee tegenoverliggende zitplaatsen konden tot een ligplaats worden versteld. In de tweede klas bevonden zich in de zijgang 10 klapstoeltjes.
De serie levering van de sneltrein rijtuigen type m kan verdeeld worden in twee soorten typen, namelijk de rijtuigen van het type Bauart 1954 en rijtuigen van het type Bauart 1962.
Rijtuigen Bauart 1954
In 1953 begon de serie levering van de eerste sneltreinrijtuigen type m. Als eerste bestelde de DB 20 eerste klas rijtuigen A4ümg-54 in een blauwe kleur voor het F-trein net. De rijtuig overgangen werden op een typische manier afgesloten met vierdelige vouwdeuren. In 1955 volgde een serie van gecombineerde tweede en derde klas rijtuigen BC4ümg-55 (357 stuks) en een serie van derde klas rijtuigen C4ümg-54 (1225 stuks), ook werden er nog meer rijtuigen A4ümg-54 geleverd (199 stuks). Deze rijtuigen werden allemaal in een groene kleur geschilderd, behalve 65 rijtuigen A4ümg-54.
 | Een 2de klas sneltreinrijtuig in de groene kleurstelling van tijdperk III | De rijtuigen waren grotendeels gelast en boden een goed compromis tussen comfort en exploitatie kosten. Een deel van de rijtuigen had een dak met klinknagels. In de begin jaren werd de rijtuigopbouw en de chassis door middel van klinknagels aan elkaar verbonden. Omdat dit later tot corrosie leidde door de hoge luchtvochtigheid werden de meeste verbindingen alsnog in een later stadium gelast.
Begin jaren vijftig kwam de eerste vakantietreinen met daarin ligrijtuigen in dienst. In het begin bestonden deze ligrijtuigen uit omgebouwde voor oorlogse sneltrein rijtuigen. Maar tussen 1953 en 1955 schafte de TOUROPA 88 ligrijtuigen aan van het type CL4ümg(K)-53. Net zoals de F-trein rijtuigen waren deze ligrijtuigen van TOUROPA voorzien van een blauwe kleur. Dit waren de eerste rijtuigen die voorzien waren van een omroep installatie.
Om ook in planmatige treinen ligrijtuigen aantebieden besloot de DB om vanaf 1954 in totaal 260 ligrijtuigen aanteschafen van het type CL4ümg-54. Deze rijtuigen hadden een groene kleurstelling. Later zijn 29 rijtuigen omgebouwd tot rijtuigen voor de "Rollende Landstraße".
Nadat de DB in de grote vraag naar sneltreinrijtuigen had voorzien werden in 1958 de eerste gecombineerde bagagerijtuigen gebouwd. De eerste 20 stuks waren van het type BPw4üm-58 en waren gebaseerd op de rijtuigen C4ümg-54. De ene helft van het rijtuig had zitplaatsen en de andere helft een bagageafdeling. De tweede serie werd geleverd tussen 1959 en 1961 en omvatte 118 rijtuigen BPw4ümg-59.
Hier is het overzicht van alle gebouwde sneltreinrijtuigen van het type Bauart 1954
Rijtuigen Bauart 1962
In 1961 werden door de UIC toekomstige standaard rijtuig typen vastgelegd, hierbij werd het m type rijtuig van de DB verheven tot het standaardtype X van de UIC. Het rijtuigtype m werd op een aantal punten verbeterd zodat het voldeed aan de eisen om tot standaardtype te worden gestandaardiseerd. Alle m rijtuigen vanaf 1962 werden gebouwd volgens deze nieuwe standaard. Zo werden de rijtuigen voorzien van klapvouwdeuren en niet meer van alleen klapdeuren, de rijtuigovergangen werden voorzien van zelfsluitende schuifdeuren en niet meer van vouwdeuren. De zijwanden werden versterkt door het inbouwen van extra "zuilen".
In 1962 werden 97 rijtuigen type B4üm-61 en 55 rijtuigen type AB4üm-61 gebouwd. Het interieur was iets vriendelijker dan de voorgaande series. Dit zitplaatsen in de 2de klas werden voorzien van rood kunstlederen bekleding, en de wanden waren nu ook in de 2de klas bekleed met imitatiehout.
De rijtuigen vanaf 1963 werden voorzien van 1200 mm brede ramen in plaats van 1000 mm brede ramen zoals voorheen werd gebruikt. Aan dit kenmerk kan men ook makkelijk zien of een rijtuig van voor of na 1963 is. Later werd dit kenmerk ook opgenomen in de specificaties van het standaard type X van de UIC.
 | 1ste klas rijtuig type A4üm-61 in een blauwe kleurstelling | Foto: Sven Manias | Tot in de jaren zeventig in tijdperk IV werden deze rijtuigen in zeven verschillende typen gebouwd, namelijk 144 stuks A4üm-61, 1 stuks A4üm-62, 303 stuks AB4üm-63 en 1848 stuks B4üm-63. Ook werden er nog 163 gecombineerde bagagerijtuigen BD4üm-61, 53 restauratierijtuigen BRbu4üm-61 (deze waren niet ondergebracht bij de DSG, zie voor andere restauratierijtuigen de het hoofdstuk over de DSG) alsmede 467 ligrijtuigen Bc4üm-62 gebouwd. Deze ligrijtuigen werden in 1962 door de UIC als standaard ligrijtuig aangeduid.
Tussen 1967 en 1970 zijn er voor het toeristenverkeer nog in totaal 60 ligrijtuigen aangeschaft van het type Bctüm 256 (reeds voorzien van de nieuwe UIC nummeraanduidingen). Deze rijtuigen waren zelfs 27,5 meter lang.
Naast zitrijtuigen werden er ook bagage en postrijtuigen ontwikkeld die dikwijls meeliepen in de langeafstandstreinen. In 1954 werd een prototype bagagerijtuig geleverd van het type yl en in 1960 volgde een prototype van het type m. Daarop volgend besloot de DB om tussen 1960 en 1972 in totaal 365 bagagerijtuigen te laten bouwen van het type Pw4ü-60 (later D4üm-60). De bagagerijtuigen waren voorzien van twee rolluiken aan beide rijtuig zijden. Vanaf 1969 verscheen er een tweede generatie bagagerijtuigen type Düms 905, deze waren geschikt voor snelheden tot 200 km/u.
Hier is het overzicht van alle gebouwde sneltreinrijtuigen van het type Bauart 1962.
In de loop der tijd hebben er steeds technische aanpassingen plaatsgevonden bij de bouw van deze rijtuigen. Ook zijn vele rijtuigen later gedurende tijdperk IV gemoderniseerd. Zie ook tijdperk IV voor de verdere ontwikkelingen van de rijtuigen gedurende de jaren '70 en '80 en de ontwikkelingen van de m-rijtuigen afzonderlijk voor een gedetailleerd verloop per rijtuig type.
|