Tijdperk III
Inleiding
Een nieuw begin
De eerste treinen gaan weer rijden
Het eerste netwerk van langeafstandstreinen
De opbouw gaat verder, meer treinen, meer comfort, meer regelmaat
Het vooroorlogse materieel werd opnieuw ingezet
De opbouw van het internationale netwerk
Het Blauwe net van snelle treinen
De moderne tijd, opkomst van elektrische locomotieven
De moderne diesellocomotief in opkomst
Een nieuw rijtuigtype
De derde klas verdwijnt
De laatste nieuwe stoomlocomotief
Een nieuw prestieus netwerk, de Trans Europ Express
Vanaf 1962 weer exclusief, de Rheingold
Een nieuw paradepaardje, de elektrische locomotief E 03
Het vooroorlogse materieel werd opnieuw ingezet
Al voordat de DB werd opgericht inventariseerde de Reichsbahn West na de oorlog al het rollend materieel wat aanwezig was in de westelijke bezettingszones. Veel materieel was beschadigd of compleet verwoest. Veel materieel werd gerepareerd en opgeknapt omdat dit de enige oplossing was om aan rijdend materieel te komen. Geld voor nieuwbouw was er natuurlijk niet direct na de oorlog.
De Reichsbahn West maakte de volgende inventarisatie wat betreft materieel voor het langeafstands verkeer. Overzicht van locomotieven uit tijdperk II die dienst deden bij de DB in de langeafstandstrein diensten na de tweede wereldoorlog. Overzicht van alle treinstellen die geschikt waren voor langeafstandstrein diensten. En het overzicht van alle rijtuigen uit tijdperk II die na de oorlog in langeafstandstreinen reden.
In de beginjaren van de DB werd de typenaanduidingen op rijtuigen nog gehanteerd zoals bij de DRG in tijdperk II, alleen een aantal letters werden toegevoegd aan het aanduidingsschema. Ook de meeste rijtuig nummers bleven ongewijzigd en bleven dus zoals in tijdperk II. Hier is het overzicht van letteraanduiding zoals werd gebruikt tot 1956 bij de DB. De hoofdletters werden meestal gevolgd door een kleine letter, zie hier voor een overzicht van de kleine letters. Het volgende nummerschema werd tot 1956 gehanteerd.
Men kreeg dus de volgende aanduiding van bijvoorbeeld een rijtuig 1ste/2de klas Bauart 1928, uit tijdperk II: AB4ü-28. AB betekent 1ste en 2de klas, het cijfer 4 staat voor het aantal assen en de ü betekent dat het rijtuig is voorzien van rijtuigovergangen met harmonica overgangen. De serie nummers bleven ongewijzigd t.o.v. tijdperk II.
Het aantal assen werd alleen aangegeven als dit er niet 2 waren. Het jaar waarin de eerste rijtuigen van het betreffende type werden gebouwd werd achter de aanduiding gezet. Voor oorlogse rijtuigen werden in principe niet van een andere aanduiding of nummer voorzien maar gingen onveranderd over naar de DB bestanden. De aanduiding en/of nummers werden natuurlijk wel veranderd wanneer er wijzigingen in de rijtuigen werden aangebracht. Nieuwe rijtuigen die werden gebouwd werden volgens dezelfde bovenstaande schema's genummerd.
|